WaddenWandelen  

Maandag 12 juni 2023. Zonnig, 27 graden. Wind NO-3. Afstand 12 km.

Borkum: de westkant.

Borkum is een heel Duits georiënteerd eiland, totaal anders dan de Nederlandse. Dat begint al bij de boot. Het hele parkeerterrein staat vol auto’s met Duitse nummerborden en de kapitein spreekt de hoofdzakelijk Duitse toeristen ook aan in het Duits. Voor de Nederlandse toeristen wordt een bandje met informatie afgespeeld. Dat veel Duitsers kiezen voor de Eemshaven als vertrekpunt ligt waarschijnlijk aan de vaartijd. Vanaf Emden is het minimaal 130 minuten varen, vanaf de Eemshaven “slechts” 50 minuten. Voor het gevoel zijn we in een oogwenk overgestoken. Als we de kade opstappen staat het treintje al te wachten. We kiezen er echter voor om alles lopend te gaan doen. Het smalspoorbaantje verbindt de haven met de stad Borkum. In 1879 als een enkelbaans paardentram begonnen en in 1902 als dubbelspoor verder gegaan. Eén spoor voor civiele doeleinden en één voor militaire transporten.

Als we een haventerrein oplopen heb ik al het gevoel dat ik over een kazerneterrein heen loop. En dat klopt ook, hier is van 1957 tot 1996 een marinehaven geweest. Zowel de kade met de 3 pieren en de gebouwen hebben inmiddels een andere, civiele bestemming gekregen zoals b.v. een hotelfunctie. We hebben geen haast omdat het sowieso een korte wandeling wordt vandaag. Dus eerst is het tijd voor een kop koffie met een broodje. Aan de havenkant staan een paar bankjes met een mooi uitzicht over de pieren en alles wat in het water ligt met daarachter de brede Eems. De Eemshaven lijkt door het heldere weer heel dichtbij te zijn met alle zijn industrie en de vele windmolens. Schuin voor ons ligt het rode lichtschip Borkumriff IV. De naam zegt het eigenlijk al. Dit schip lag sinds 1956 vlak voor het Borkumer Riff, een gevaarlijke zandplaat waar menig schip op strandde en verloren ging. Het is sinds 1988 een museumschip geworden. De Borkumriff III deed enkele jaren dienst als zendschip voor Radio Veronica.

De meeste mensen zijn met het treintje vertrokken, slechts een enkeling neemt de benenwagen zoals wij. We lopen ongeveer 2 kilometer parallel aan de Reedestrasse en het spoor richting de stad. Bij een doorgang in een dijk, waar het spoor afgesloten kan worden bij stormvloed, slaan we links af naar natuurgebied “Greune Stee”. Aanvankelijk gaat het pad door zanderige begroeide duinen, waar het bij gebrek aan wind behoorlijk warm is.

Eilandbewoners hebben een stukje bos omgetoverd in een soort kabouterland met diverse leuke tafereeltjes. Nu maar hopen dat iedereen dit met rust laat. Wat verder komen we in een moerasachtig gebied en wat we al vreesden: overal zijn muggen en steekvliegen. Snel lopen we door naar de dijk die de westkust van het eiland moet beschermen. Een tamelijk hoge geasfalteerde dijk met uitzicht over de Nederlandse waddeneilanden. Als je Borkum op de kaart bekijkt is het eigenlijk vreemd dat dit eiland Duits is, want het ligt recht boven Groningen ongeveer ter hoogte van Uithuizen.

Hoe dichter we bij de bebouwing komen, hoe meer badgasten we zien. Sommige liggen gewoon pal in de zon op een handdoekje in het hete zand te bakken alsof er nog niet genoeg gewaarschuwd is voor huidschade. Anderen zitten in de vele rieten strandkorben, zoals ze dat hier noemen. Het ziet er wel kleurrijk uit allemaal. We passeren een hoge antenne en een relatief lage rood/witte vuurtoren. Voorbij restaurant “Heimliche Liebe” stoppen we net voorbij het Nordsee Aquarium bij een overdekt bankje om te pauzeren, maar dat blijkt geen goed idee. Onze thermometer geeft 33 graden aan en dat voelt alsof we in een oven zitten. Doorlopen dan maar en proberen om wat wind te vangen.

We volgen de Westdunen over de dijk en ontwaren op een zandbank een kolonie zeehonden. Het is deels een rustplek, maar zeker ook een gewenste toeristische attractie. Het is dan ook de bedoeling dat iedereen weg blijft van dat stukje strand en daarom staan er verderop een rij palen over de hele breedte van de zandbank met bordjes die aangeven dat de zeehonden met rust gelaten moeten worden. Met zoveel toekijkers vanaf de wal zal waarschijnlijk niemand het in zijn hoofd halen om eens lekker op zeehonden te gaan jagen.

Dan komen we op het gedeelte met grote witte hotels die we van Schiermonnikoog en tijdens het wadlopen al zo vaak op afstand hebben gezien. Nu we er vlak voor staan is het toch wel imposant, al die grandeur. Het is zeker niet een drukke boulevard vol met wandelaars en terrasjes. Eigenlijk is het zelfs een beetje saai. Wat ontbreekt is het knusse, wat meer intimiteit. In een zijstraat, de Bismarckstraat, vinden we een leuk terras waar we een biertje nemen.

We gaan op zoek naar ons onderkomen, het Sporthotel Bloemfontein. Het hotel ligt vlak bij de Reedestrasse, de doorgaande weg van de haven naar de stad. Na een verfrissende douche gaan we op zoek naar een restaurant voor een happie-happia. Vlakbij het hotel is alles gesloten omdat het maandag is. We besluiten het eerste de beste restaurant te nemen dat we tegenkomen en dat wordt een klein pasta-restaurant, waar we heerlijk kunnen dineren. Met een zwakke aflandige oostenwind en een temperatuur van nog steeds 27 graden is het behoorlijk warm voor eilandbegrippen. Gelukkig hebben we een koele kamer dus het slapen zal geen probleem worden, hopen we.