Via Algarviana, 19 maart tot en met 8 april 2018.  

 

Vrijdag 23-03-2018 

Etappe 2; Balurcos – Furnazinhas (183 m, 70 inwoners). Afstand: 14.3 km.

Bewolkt, later enkele lichte buien. 19˚.

 

We hebben vast en goed geslapen, lekker fris op de kamer en vooral doodstil. Meer gasten zijn er ook niet bijgekomen. De B&B eigenaar vertelde ons dat gisteren een Nederlands- en een Frans stel logeerden. Morgen verwachten ze ook weer 4 Nederlandse wandelaars. Grappig om op deze manier een beetje inzicht te krijgen hoe druk belopen deze LAW is. Maar zo te zien zullen we vandaag althans geen medewandelaars tegen gaan komen. De etappe is voor ons zelf. 

De etappe van vandaag is relatief kort, slechts 14.3 km. Als we even niet goed opletten lopen we ons zelf gelijk al in Balurcos vast. Na weer terug te zijn gelopen blijft er maar 1 weggetje over, maar daar staan geen eikenbomen zoals het Duitse boekje zegt. We kijken rond en ik merk op dat er wel kurkeiken staan. Dan valt het kwartje, kurkeiken zijn ook eikenbomen en sterker nog, er liggen zelfs eikels onder deze bomen. 

Als we Balurcos uitlopen loopt er een nog jonge hond met ons mee. Ik probeer hem weg te jagen met de daizer, maar de hond ziet het als een spelletje en blijft met ons meelopen. We hebben geen idee van wie de hond is. Hij zal vanzelf hopelijk wel weer teruggaan. We lopen over heuvels en door dalen, weer dwars door riviertjes en alsmaar loopt de hond met ons mee. Bij het riviertje de Foupana krijgen we een probleem. We kunnen de rivier op twee manieren over, er dwars doorheen of langs een snelweg die met groot viaduct over de rivier heen loopt.

We proberen eerst de rivier over te steken, maar vinden nergens een betrouwbare plek waar dit kan. Het snel stromende water is wel een halve meter diep en overal liggen gladde stenen. Dit is vragen om problemen, dus er zit niets anders op dan helemaal terug te lopen en langs de snelweg het dal over te steken. Maar,ja …, wat doen we met de hond? Gelukkig is het niet al te druk, maar toch…  De hond rent wat heen en weer over de snelweg, automobilisten moeten afremmen en een vrachtwagenchauffeur toetert verontwaardigd. We maken gebaren dat de hond niet van ons is, maar dat begrijpt natuurlijk niemand. 

Zo snel mogelijk verlaten we de snelweg en zijn blij dat dit gevaar is geweken. Via een omweg komen we in het gehuchtje Corde Velha, waar iets van een cafeetje moet zijn. Met wat gebarentaal weet iemand ons het kleine kroegje aan te wijzen en hij is nog open ook. Ja, er is koffie en onze hond mag ook mee naar binnen. We leggen de eigenaar uit dat de hond niet van ons is en al vanaf Balurcos met ons meeloopt. De man spreekt gelukkig goed Engels zodat we kunnen overleggen wat het beste is voor ons en de hond. Terwijl wij koffie drinken doet de man wat telefoontjes. Even later komt hij terug en zegt dat het is geregeld. Hij neemt de hond mee en sluit hem op in een schuurtje. Hij heeft een bevriende jager gebeld en deze heeft weer connecties in Balurcos. Vanavond zal de jager de hond weer met de auto terugbrengen. Zo, daar zijn we van af.

Als we weer verder lopen begint het te regenen, de poncho’s moeten om. Vlakbij Furnazinhas wordt het weer droog. Een Engelsman wijst ons de juiste weg als we even staan te zoeken waar we heen moeten. We melden ons bij een ouder Portugees echtpaar dat ons het onderkomen voor de komende nacht laat zien. Dat is aan de overkant van de straat, een compleet huis van 2 verdiepingen! 

Na het douchen, nemen we in een lokale bar een biertje en knopen een soort van gesprek aan met een dorpsbewoner. Ook hier spreken sommige mensen een beetje Duits. Net voldoende om elkaar te begrijpen. Om 18.30 uur dineren we aan de overkant van de straat. We eten als hongerige wolven die twee dagen niets te eten hebben gehad. Het menu bevat uitsluitend streekgerechten en er zit iets van kip doorheen. De kokkin komt tussendoor nog even vragen of alles smaakt en dat doet het zeker. Er staat een houtkachel te loeien en de sfeer is meer dan goed.

Aan tafel zit ook een Engelse echtpaar en ook onze gastvrouw spreekt goed Engels, dus we verstaan elkaar prima. We horen dat de jongste inwoner in dit dorp 62 jaar oud is en dat geeft stof voor een goede discussie. Hoe moet dat nu verder in de toekomst? En met de Via Algarviana? De jeugd is vertrokken, wie wil nog wonen in zo’n suf dorp waar niets valt te doen en waar zelfs geen internet is. De gesprekken lopen uiteen tussen de leegloop van het platteland en de Brexit. Dit is het slechtste wat de Engelsman in zijn leven heeft meegemaakt. Gelukkig is het daarna niet ver lopen naar ons onderkomen.