Wandeling
4. Peneda – Branda da Bouça dos Homens (11 km, ± 6 uur lopen). Hoogteverschil
650-1100-650 meter.
We zijn neergestreken in Noord-Portugal in het natuurpark Peneda-Gerês dat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Peneda zelf is een klein dorp waar in vele opzichten de tijd heeft stilgestaan. De locatie van ons hotel is uniek: pal naast het heiligdom Nossa Senhora da Peneda. Prima hotel met een goed restaurant, het enige ook in de wijde omtrek. Dat zegt ook iets over de streek, ideaal voor mensen die rust en ruimte zoeken. Koeien lopen overal los rond, ze wandelen door het dorp en ook op de trappen van het heiligdom staan soms meer koeien dan mensen rond te kijken.
![]() |
![]() |
We starten de wandeling van vandaag vanuit het hotel, de gehuurde auto mag blijven staan. We passeren het heiligdom dat we later wat beter gaan bekijken. Het heeft iets weg van de bedevaartsoorden Bom Jesus en Sameiro, maar dan op wat kleinere schaal. Maar het idee is hetzelfde, een klimmende trap geflankeerd door 20 kapelletjes. Via een plein waar het hotel ook aan ligt kom je uit op een tweede trappenpartij met helemaal bovenaan de kerk gebouwd in 1857. Het is er nu rustig, dat zal anders worden tussen 1 en 8 september als de Portugezen massaal op bedevaart gaan.
![]() |
![]() |
We passeren dit religieuze tafereel en lopen richting de doorgaande weg en negeren de afslag naar rechts (brug).. Een oud mannetje schoffelt zonder op of om te kijken zijn tuintje. Er is hier verder ook niemand. Zouden wij hier onze dagen ook zo kunnen slijten? We vervolgen de weg naar het noorden. Het boekje is hierna wat onduidelijk, met name op welk moment we linksaf de berg op moeten.
Na een flinke kronkel in de weg komt aan de linkerhand een soort van parkeerplaats in beeld. We twijfelen of dit wel de juiste route is. Het waterbassin klopt nog wel, maar dan? We vermoeden dat een stenige pad aan de rechter hand het begin van het pad moet zijn. Merktekens ontbreken. Daar hebben we er nog geen enkele van gezien. We laten het er op aankomen en gaan er vanuit dat het wel klopt, zoveel paden zullen hier niet zijn. Langzaam klimmen we de berg op, het weer is wat bewolkt en soms valt er een waas van motregen. Er valt wel veel te zien, de natuur is prachtig. Naar mate we verder stijgen, komen we steeds meer in ons element. Het landschap ziet er uit als een kruising tussen de Noorse Hardangervidda en het lagere Alpenlandschap. Ruw en ongerept, dat zijn wel de belangrijkste kenmerken.
![]() |
![]() |
Een route beschrijving is nu eigenlijk niet meer nodig, er is maar 1 pad en mislopen kan niet. Boven op de pas aangekomen zien we aan de overkant van een dal de Branda da Bouça dos Homens. De Brandas vormden in vroegere tijden de zomerdorpen met als tegenhanger het lager gelegen winterdorp. De Branda da Bouça dos Homens vormt het zomerdorp van Peneda. Ooit hebben de toenmalige bewoners paden aangelegd tussen deze dorpen. Veel van deze paden zijn vergeten, in verval geraakt of gewoon overwoekerd, maar ons pad is behouden gebleven.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Via een langzaam dalend pad lopen we richting een geasfalteerde weg die we oversteken naar de Branda. Als we het dorp bereiken is er, behalve een paar honden, geen sterveling te zien.
Er worden wel wat zaken verbouwd en de huizen staan ook niet op instorten, maar erg bewoond ziet het er allemaal niet uit. De hoop op iets van koffie is snel vervlogen, dat zit er vandaag niet in. We lopen nog even langs de eenvoudige kapel, alles zit op slot. Na wat rondgekeken te hebben lopen we dezelfde weg terug het dorp uit. Na een paar honderd meter slaan we rechts af een pad in met aan beide zijden opgestapelde stenen muren. Na het wederom oversteken van de asfaltweg komen we nu op een bestikkerde route. Het vertrouwde rood/wit kan niet missen, de verfpot is flink losgetrokken.
![]() |
![]() |
Om weer in Peneda te komen moeten we eerst een pas over. Eerst dus flink klimmen, maar dat is hier geen straf. Het uitzicht wordt steeds fraaier, de rotsen hoger en het landschap om ons heen ruwer. De zon komt er zo nu en dan bij, warm … Vlak na de top (± 1100 meter) is het puur genieten, wat een gaaf landschap! Langzaam lopen we richting een stuwmeertje dat in 1946 is aangelegd voor de stroomvoorziening van het heiligdom onder aan de berg. We lopen over de stuwdam en stappen over een uitsparing waar overtollig water doorheen kan stromen. Later hoorden we dat andere Nederlanders die na ons liepen de uitsparingen niet gezien hadden, waarbij een van de wandelaars lelijk op de knie was gevallen.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Na het stuwmeer loopt het pad stijl zigzaggend naar beneden. Ook nu lopen we op een eeuwenoud pad waar we dankbaar gebruik van maken. Peneda zien we wel steeds dichterbij komen, maar de kerk en de kapellen blijven buiten zicht. Die liggen blijkbaar recht onder ons. Dat blijkt ook als we precies achter de kerk uitkomen, dus ook bij het hotel en het beginpunt.
![]() |
![]() |
Een bijzonder fraaie wandeling, niet te steil en met goed schoeisel prima te doen.