Wandeling
5. Adrão – Soajo – Adrão (11
km, ± 5 uur lopen).
Hoogteverschil
659-300–659 meter.
We zetten de auto neer bij de kapel Senhora da Paz aan de rand van het dorpje Adrão. Vandaar uit lopen we eerst naar het laagste punt van de route, het dorp Soaja. Om daarna weer terug omhoog te lopen naar de auto. Het is precies tegengesteld met de beschrijving in het boekje, maar daar komen we wel uit. Onder een dreigend aandoende wolkendek zoeken we onze weg naar beneden. Na een paar honderd meter lopen we al verkeerd, vooral door de aanname dat het pad naar beneden moet gaan. Op het moment dat er geen pad meer is en we tussen de struiken moeten lopen gaan de alarmbellen rinkelen, vooral ook omdat er onder ons een soort kloof te zien is die we niet zonder gevaar kunnen passeren. Terug maar weer en ja hoor, we hebben een zijweg gemist. We lopen nu door een erg mooi stukje natuur, door de mossen en de speciale kleuren groen een beetje sprookjesachtig.
![]() |
![]() |
We passeren het spookdorp Branda da Bordença en lopen daarna via rotsachtige paden naar beneden. Een woest uitziende hond loopt een tijdje met ons mee, daar hebben we het niet erg op voorzien. Rustig doorlopen maar en vooral negeren. De route is aanvankelijk schaars gemarkeerd, maar dichter bij Soaja gekomen staan er meer tekens. Het valt ook nu op dat we over een oud pad lopen, waarschijnlijk verbindt het de net gepasseerde Branda met Soaja.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Vlak boven Soaja lopen we langs een soort van levada, een stroompje dat vlak langs een aantal vervallen gebouwtjes loopt. Het blijkt om voormalige watermolens te gaan. In sommige liggen zelfs nog de gebruikte maalstenen. Ik ga nog een keer hard onderuit, het is er erg glad. Na het passeren van een dammetje zijn we aan de rand van Soaja gekomen. Het is nog vroeg in het voorjaar, de druivenstokken lopen net uit, overal het frisse groen.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Het uitzicht op de oude dorpskern is fantastisch en het weer ondertussen ook. We lopen nu kris-kras door Soaja, zonder een duidelijk stratenplan te herkennen. Na enige omzwervingen vinden we het dorpsplein waar een schandpaal zou moeten staan. Deze eeuwen oude stenen paal (pelourinho) valt nauwelijks op, je zou er zo langs lopen. Volgens de beschrijving is dit de oudste schandpaal van Portugal stammend uit de 10e eeuw en dat is heel bijzonder.
![]() |
![]() |
Waar dit dorp ook om bekend staat zijn de vele maïsopslagplaatsen (espigueiros). Ze staan op de vreemdste plekken. Het lijkt wel of de huizen en straten om de silo’s heen zijn gebouwd. De oudste dateren uit de 18e eeuw, de meeste uit de 19e eeuw. Na jaren van trouwe dienst staan ze nu ongebruikt. Er wordt in deze tijd geen maïs meer verbouwd en daardoor staan de silo’s nu te wachten op toeristen zoals wij. Er moeten ook nog een hele groep opslagplaatsen bij elkaar staan, maar die kunnen we niet vinden. Vragen heeft geen zin, ons Portugees schiet daarbij ook ernstig te kort.
![]() |
![]() |
Op zoek naar een kop koffie belanden we op de doorgaande weg, waar we een klein restaurantje ontdekken. We gaan buiten op het terras zitten en laten ons verrassen door een lunchgerecht dat met handen en voeten is besteld. Dat was geen verkeerde keuze: gesneden stokbrood met een heerlijke lokale worst in combinatie met pittige olijven, helemaal goed.
We nemen alle tijd en lopen daarna weer naar het punt waar we weer langzaam omhoog lopen richting de kapel. Nu we weer over het dorp heen kunnen kijken zien we de groep silo’s wel staan. Ze staan buiten het dorp op een grote rots. Die pakken we morgen mee op de terugreis naar Porto.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Omdat we alles al gezien hebben is de terugweg natuurlijk minder verrassend. Het blijft echter een mooie wandeling met veel bloeiende brem. Waar op de heenweg een hond ons begeleidde, heeft hij nu een heel regiment kameraden opgetrommeld. Links en rechts en in allerlei soorten en maten lopen nu zwijgende honden om ons heen. Rustig maar stevig doorlopend hopen we dat we ze kwijtraken en dat lukt op een gegeven moment. De auto staat nog op ons te wachten en na een half uur zijn we weer terug in het hotel.