Moselsteig
Etappe 22: Kobern/Gondorf - Winningen.
Inclusief aanloop routes ongeveer 12.4 km (386.8 km).
Donderdag 26 september. Hoogteverschil: klimmen en dalen ± 500 meter.
Weer: Zwaar bewolkt met nu en dan regen, 19 graden. Krachtige wind uit het
westen.
We vertrekken met de trein van 8.47 uur vanuit Klotten zijn om 9.25 uur in Kobern/Gondorf. Via een zuweg lopen we door het oude centrum van de stad langs de Marktplatz richting het Mühlental. Dit gedeelte van Kobern/Gondorf ziet er echt fantastisch uit. Veel oude vakwerkhuizen met leuke terrasjes op het marktplein. Het is nog te vroeg voor vertier, bovendien werkt het weer vandaag ook niet echt mee. Uit de grauwe luchten miezert het een beetje en het ziet er niet naar uit dat dit vandaag nog veel gaat verbeteren.
![]() |
![]() |
We lopen maar een klein eindje het dal in om snel te stijgen langs een processieweg richting een groot kruis boven op de berg. Tussen in staat nog de ruïne van de Kobernse Niederburg, waar we langs lopen en die we van boven beter kunnen zien. Het kasteel is in de 12e eeuw gesticht en in 1688 door de Fransen vernietigd. Gelukkig staan de staties niet ver uit elkaar zodat we weer kunnen aftellen tot aan het kruis op de top. Jezus hangt dit keer niet aan het kruis maar is stevig ingemetseld in een muur. Deze variant kennen we nog niet.
![]() |
![]() |
Een 50 meter hoger komen we bij de ruïne van de Oberburg met daarnaast de Matthiaskapelle. De oorspronkelijke burcht is op de fundamenten van een ouder Romeins kasteel gebouwd. Ook dit kasteel werd in 1688 door de Franse troepen van koning Lodewijk XIV met de grond gelijk gemaakt. In 1969 werd een van de kasteeltorens gerestaureerd, de Bergfried. Vlak naast de toren is een restaurant neergezet, dat nu nog gesloten is. De zeshoekige Matthiaskapel is in 1220 gebouwd en nog steeds in de originele staat.
![]() |
![]() |
Na een rondje om de kerk dalen we af in het bosdal van de Hohesteinsbach. De groep wandelaars die we al dagen tegen komen is samen met ons uit de trein gestapt en zit ons nu op de hielen. We kunnen ze nog net voor blijven. We rusten even uit in een nieuw gebouwde schuilhut, waar zich achterin een bron bevindt. We zitten er even op een paar bankjes en hopen dat de regen die inmiddels is gaan vallen weer snel ophoudt. Met de paraplu op gaan we verder het dal in.
Dan gaat het weer steil omhoog de Rozenberg op. Een alpiene klim noemt de schrijver dit van ons boekje. En dat is het zeker, het vergt veel van onze krachten ondanks de in de voorgaande weken opgebouwde conditie. Het venijn zit hem duidelijk in de staart. Onderweg staan er nog een paar bankjes maar die zijn drijfnat. Ook de uitzichtpunten vallen wat tegen door de fijne motregen en de harde wind. We krijgen nog wel een mooi uitzicht op de Niederburg.
![]() |
![]() |
Eindelijk boven gekomen ontvouwt het open landschap zich weer voor ons. We lopen langs pas ingezaaide akkers waar klaver, maar ook iets van wintertarwe opkomen. Ook nu heeft het wel iets zonder dat de zon er aan te pas komt. Misschien zelfs nog wat desolater. Als we de hele vlakte over zijn en bijna weer aan de afdaling beginnen zien we in de verte de wandelgroep weer zien aankomen. Ze hebben nu ongeveer een kwartier achterstand. We duiken de bosrijke flank in van het Belltal en dalen geleidelijk af totdat het pad tegen een andere berg weer omhoog gaat.
Het pad is soms zo stijl dat we er niet meer gewoon tegen aan kunnen lopen, dat kunnen de enkelgewrichten niet aan. Hangend aan bomen en soms op de tenen proberen we stap voor stap omhoog te komen. Het zweet breekt ons aan alle kanten uit, mede ook door de hoge luchtvochtigheidsgraad. Even stilstaan kan nog wel, maar omdraaien en weer terug is vragen om problemen. Heel langzaam klauteren we de 200 meter naar de top. Van de groep valt nog niets te bekennen.
![]() |
![]() |
Als we net over de top heen zijn horen we iets en komt één van de wandelaars dichterbij. Het is de jongste van de groep, een paar jaar ouder dan wij en ze heeft er een enorm tempo inzitten. De anderen hebben haar al boos geappt waar ze is gebleven. Terwijl het steeds harder begint te regenen en de paraplu's op gaan vertelt de vrouw waar ze vandaar komt en wisselen we wandelervaringen uit. Bij een schuilhut scheiden onze wegen. Ze wacht hier de andere leden van de groep op voor de lunch. Wij verkiezen een andere hut, n.l. een wegrestaurant 200 meter verderop gelegen aan de snelweg A61. Deze weg steekt de Moezel over met precies zo'n brug als we eerder hebben gezien.
De koffie met gebak smaakt prima en weer droog en opgewarmd hervatten we de laatste kilometers naar Winningen. We gaan via trappen onder de snelweg door en lopen langs een identiek restaurant in de tegengestelde richting. Na eerst een klein stukje de verkeerde kant op te zijn gegaan, komen we uit in de wijngaarden boven Winningen. Aanvankelijk loopt de route vrijwel horizontaal, daarna gaat het met trappen naar beneden om bij de buitenste huizen uit te komen. We volgen hierbij al een tijdje de zuweg richting het station en lopen dwars door de Altstad. We zien dat de meeste straten zijn versiert met grote druivenranken die men tussen de huizen over de weg heeft laten groeien. Ondanks het mindere weer zitten de overdekte terrasjes toch aardig vol, waarbij we vaak onze eigen taal horen.
![]() |
![]() |
Als we om 15.35 de trein in stappen is van de andere wandelaars nog geen spoor te bekennen. Zouden ze aan een lekker Moezelwijntje zitten? Om 16.30 zijn we zelf weer terug in Klotten. Morgen de laatste dag.