Friese Woudenpad

Maandag 7 september 2015

Etappe 6 Jubbega (sluis) – Vledder  22,5 km. Wolkenvelden, soms een lichte bui met weinig zon, ± 15 graden.

We hebben het plan gevat om in 4 dagen tijd de laatste etappes rond Steenwijk te gaan lopen, zowel de officiële- als de alternatieve route. Uitgangspositie is camping De Bosrand in Vledder waar we onze tent neer zetten. Om 10.30 uur fietsen we in noordwaartse richting vanuit Vledder naar de sluis in de Tjonger bij Jubbega waar we de vorige keer zijn geëindigd. Toch weer een heel eind en na 1.45 uur bereiken we de eindbestemming en zetten de fietsen met toestemming op een boerenerf. Bij de sluis is veel volk op de been, er lijkt een soort van kinderfeestje te zijn. Wij lopen echter weg van alle rumoer en slaan na ongeveer 800 meter naar links, richting het zogeheten Diakonievene. 

We zijn nog niet eens het klaphekje gepasseerd of een dame spreekt ons aan om ons te vertellen dat het hier allemaal zo bijzonder is. De Heer moet geprezen worden voor zoveel schoons. Een beetje overrompeld gaan we met deze mooie gedachte op zoek naar het Diakonale Ven. De ven is ontstaan als pingoruďne en verder vergroot door turfwinning in opdracht van de Diakonie van Nijeberkoop. Dit ten behoeve van de armenzorg zodat ook deze bevolkingsgroep ’s winters geen kou hoefde te lijden. 

Vlak voor Nijeberkoop slaan we rechtsaf om even later naar links in zuid-oostelijke richting een lang schelpenpad te volgen. Het zijn vooral de vergezichten en het open landschap die nu domineren. We wandelen een tijdje langs de hier strak gekanaliseerde Linde. Bij de brug, de Bekhoftille nemen we de lunch. Nauwelijks te zien in het bos achter ons is de aanwezigheid van de contouren van een eeuwenoude schans. Deze Bekhofschans was een aarden verdedigingswerk als onderdeel van de Friese Waterlinie. Een tiental van deze “forten” moesten Friesland en met name ook Leeuwarden beschermen tegen onder meer de bisschop van Munster, Bommen Berend. In het rampjaar 1672 werd het Lindedal onder water gezet en het lukte om deze vijandige geestelijke tegen te houden.

We passeren het gehucht Boekelte en komen na weer een lange weg aan in Boijl. Een oud dorp met slechts 2 bezienswaardigheden, de kerk gebouwd in de 13 eeuw met een losse klokkenstoel midden tussen de grafzerken. De klokkenstoel is gebouwd rond 1600 toen een echte toren er financieel niet in zat. De naam Boijl zou kunnen duiden op een buil, een oude naam voor een verhoging in het landschap.

Na weer anderhalve kilometer te hebben gelopen komen we in de bossen van Vledder. Hier wordt het pad een stuk gevarieerder met afwisselend bos, heide, pingo-meertjes en wat meer open landschap. Na 5 uur lopen komen we aan in Vledder zelf, ons einddoel. Het Friese Woudenpad loopt officieel een dikke kilometer ten westen langs Vledder, maar een uitstapje naar dit eeuwen oude dorp is niet verkeerd. Voor ons als leken niet waarneembaar, maar het Drentse brinkdorp Vledder zou een van de eerste en ook oudste bewoonde plekken in Nederland zijn. De woonvorm destijds bestond uit gemeenschappelijke grond (es) met daaromheen een primitieve nederzetting. Dat de mensen destijds ook werden gecremeerd getuigt het gevonden urnenveld van ongeveer 4000 jaar oud. Naast crematie werden sommigen begraven onder grafheuvels. Het lijkt erop dat dit was weggelegd voor de wat belangrijker personen.