Friese Woudenpad

Zaterdag 1 november 2014

Etappe 4 Rottevalle - Beetsterzwaag  25,8 km. Zonnig.  

Vandaag lukt het beter met het vervoer. We zetten de auto neer in Beetsterzwaag en fietsen dwars door Drachten terug naar Rottevalle, hemelsbreed zo’n 12 km. Vergezeld van een warm zonnetje en een zwoele wind zetten we de pas er weer in. Volgens de weersverwachting wordt het vandaag een graad of 18, terwijl begin november 11 graden normaal is. Vlak voor Houtigehage lopen we langs een paar eenvoudige huisjes, waar je normaliter geen acht op zou slaan. Maar er staat vermeld dat dit de allereerste woningwetwoningen van Smallingerland zijn. Voor die tijd woonde men nog in plaggenhutten. Een woonhuis met deel onder 1 dak, maar altijd beter dan plaggen.

We passeren Houtigehage en koersen naar Drachtstercompagnie waar een kop koffie valt te halen, althans volgens de beschrijving. Drachtstercompagnie is ontstaan door de huisvesting van turfwinners, dus een echte veenkolonie. Iets verder een boomgaard met onbekende bomen, het lijken wel olijfbomen, maar kan dat in Nederland? We nemen een paar foto’s om dit later uit te zoeken. Het blijkt dat bepaalde soorten inderdaad in Nederland kunnen gedijen, maar het blijft wel bijzonder, onder de -18 graden vriest alles af. De bomen zien er ook uit of ze zo nu en dan een flinke optater krijgen.

We vragen aan een hegsnoeiende dame waar in het dorp de horeca zit. Ze wijst ons de weg en geeft aan dat als het restaurant dicht is we bij haar op de koffie kunnen komen. Als we onverrichter zake weer terugkomen, vallen we voor zoveel gastvrijheid. Op een terrasje achter het huis krijgen we koffie en koek en praten uitgebreid over onze wederzijdse wandelervaringen. Misschien leggen we zelfs wat zaadjes voor grotere wandeltochten! Het is iedere keer weer genieten van deze spontane ontmoetingen, dit maakt het wandelingen ook zo bijzonder!

Na het oversteken van de A7 komen we aan in Ureterp. Wel vaak van gehoord maar nog nooit geweest. Zo kom je nog eens ergens. We lunchen op het kerkhof van de Sint Pieterskerk. De klokkenstoel is er bijzonder. Een erfenis uit de tijd dat een klokkentoren onbetaalbaar was. Daardoor staan de klokken nu midden tussen de graven en verstoren regelmatig de eeuwige rust. Bovendien zorgen ze aan het eind van het jaar voor het weghouden van boze en duistere geesten tijdens het Sint Thomasluiden. Na zo’n 10 dagen luiden worden de dagen weer langer dus het werkt!

Er bestaan stelpen en stolpen. En de belangrijke vraag is, wat was er eerder, de stelp of de stolp? De Friese stelpboerderij is een afgeleide van de Noord-Hollandse stolpboerderij. Woonhuis en deel vormen een geheel, alles onder 1 dak. De Noord-Hollandse stolp is daarbij vierkant, de Friese stelp rechthoekig. We naderen de bossen van Beetsterzwaag. De natuur wordt nu steeds mooier, de kleuren sprekender mede door de al laagstaande zon. Bovendien verandert hier het soort bomen, meer loof en vooral ook meer beuken. 

We doorkruisen het gehucht Olterterp waar we de vrijwel geheel uit kloostermoppen opgetrokken Sint-Hippolytuskerk (1415) bewonderen. Een fraaie gedenksteen herinnert aan de bouw van de toren in 1744.  De verdere weg naar Beetsterzwaag leidt ons door kleurrijke bospercelen met fraaie bospaden. Na binnenkomst van Beetsterzwaag zijn we vrij snel weer bij de auto. Eigenlijk wel jammer, want het was een zeer aangename wandeling en had nog wel even door mogen gaan ondanks de 26 km die we al gelopen hebben.