Etappe 12: Appelscha - Veenhuizen (15 km).  

Maandag 22 november 2021

Het beloofd weer een mooie herfstdag te worden dus weer tijd voor een etappe van het Drenthepad. We parkeren de auto op de grote parkeerplaats aan de rand van Veenhuizen en lopen terug naar de N919, waar zich de bushalte met de naam: Generaal van den Boschweg bevindt. Met lijn 14 rijden we naar het busstation van Oosterwold, om daar over te stappen op lijn 114 naar Appelscha. Daar stappen we uit op halte Riemsdraai.

De feestverlichting hangt hier al boven de Appelschastervaart. Een tweede naam voor dit water is de Opsterlandse Compagnonsvaart. We steken het kanaal over via een voetgangersbrugje en volgen de Vaart aan de Noordzijde. Bij de Eerste Wijk slaan we af naar links om wat later verder te gaan op de Bokslootsweg. Een lange weg langs een brede sloot met de naam Eerste Wiek. Ten tijde van de veenafgravingen zorgden de wieken (of wijken) voor de ontwatering van het natte gebied en tevens kon de gewonnen turf er op afgevoerd worden.

Het pad leidt ons verder door een bos. Het is de eerste herfstdag met nachtvorst en dat doet gelijk al wat winters aan. Op het punt waar de route naar links afbuigt, slaan wij af naar rechts. Na een paar honderd meter staan we voor de 18 meter hoge uitzichttoren, de “Stairway to heaven” van Natuurmonumenten, in de volksmond ook wel “De Zeven” genoemd. De vreemde vorm is een gevolg van een concessie voor mensen met hoogtevrees. Door de knik moet het allemaal wat minder eng en steil over komen. Er is verder niemand als we boven aan komen. Eerst genieten we van het grandioze uitzicht over het 2500 hectare grootte Fochteloërveen. Er staan ook 2 bankjes, waar we onze meegebrachte koffie met een koekje nuttigen, De broodjes zijn we helaas vergeten mee te nemen.

We lopen het pad terug om daarna het veengebied in te trekken. Hier vind je nog echt hoogveen, daar is in Nederland niet veel meer van over. Buiten de paden lopen is dan ook niet aantrekkelijk, behalve natte voeten bestaat ook de kans dat je het moeras niet meer uit kunt komen. Ondanks dat maken we toch een kleine omweg over een pad dwars door het veen. Blijkbaar ligt dat wat hoger. Wat ook indruk maakt is de weidsheid, van horizon tot horizon alleen maar grassen en vennetjes. Ver weg zijn bosranden te zien, later komen we nog twee verdwaalde boerderijen tegen. Richting het oosten zien we één hoogbouwflat, dat moet wel ergens in Assen zijn. De ruimte en de stilte die je hier voelt en ondervindt is van een buitencategorie. En dat in het overvolle Nederland!

Via het Bankenbos komen uit op de N919 en staan we voor het gevangenisdorp Veenhuizen. In 1823 werden in Veenhuizen drie grote gestichten gebouwd voor weeskinderen. De Maatschappij van Weldadigheid had als doel armen te heropvoeden door middel van arbeid op het land en in de vervening. Later werden de gestichten, door een gebrek aan wezen, bestemd voor bedelaars en landlopers. Rond 1900 bouwde het Ministerie van Justitie twee gevangenissen: Esserheem en Norgerhaven. Het personeel moest ook ergens wonen en zo ontstond het bijzondere en vrijwel geheel onder rijksmonumenten staande gevangenisdorp Veenhuizen. Tot 1981 was dit dorp alleen toegankelijk voor personeel en gedetineerden.

We besluiten een beetje van de route af te wijken om het dorp beter te kunnen bekijken. Via de Esweg komen we op de Eikenlaan, waar we als eerste een begraafplaats tegenkomen. Op dit “Vierde Gesticht” liggen zowel burgers, personeelsleden als ook gedetineerden begraven, allemaal in verschillende vakken. Ook de katholieken en de protestanten werden gescheiden. Tot 1875 werden de mensen anoniem begraven. Daarnaast liggen op een groot veld ruim 10.000 anonieme overledenen uit de periode tussen 1823 en 1875.

Na dit wat vreemde kerkhof lopen we richting het gevangenismuseum. Maar eerst komen we langs enkele markante gebouwen, die zich aan weerszijde van de weg bevinden. De behuizing werd gerelateerd aan de zwaarte van de functie van de personeelsleden. Van eenvoudige rijtjeswoningen tot kapitale villa’s. Erg fraai zijn de prachtige teksten die op sommige gebouwen staan, zoals het huidige hotel/restaurant “Bitter en Zoet”, een voormalige apotheek. De apotheker woonde er naast in villa “Plichtsgevoel”. Zijn buurman, de geneesheer woonde in “Toewijding”. Vlak achter deze gebouwen ontwaren we een enorm groot gebouw, het voormalige ziekenhuis voor de verpleegden van de inrichtingen. Gebouwd tussen 1893 en 1895. Veenhuizen was toen nog geen gevangenisdorp. Dat kwam pas na 1900.

We lopen rond het imposante Nationaal Gevangenismuseum, van oudsher het “Tweede Gesticht”. Van het Derde Gesticht rest alleen nog een markering in de weilanden. Honderd meter verderop passeren we een echte gevangenis, Esserheem, met 239 cellen. We lopen nog even door om nog wat meer te zien van het dorp. De zon komt wel steeds lager te staan en het wordt ook wat frisser. Na het passeren van een nieuwbouwwijkje komen we weer bij de N919.

Daar staat de Grote Rooms Katholieke Kerk van Veenhuizen de "Hiëronymus Aemilianus" (patroonheilige der wezen). Voor zo’n klein dorp een forse kerk, gebouwd tussen 1891/1893. Aan de overkant ontwaren we nog een kerk, de achtkantige Nederlands Hervormde koepelkerk, gebouwd tussen 1825/1826. Deze was bedoeld voor verpleegden en personeel van de Maatschappij van Weldadigheid. Het grote gebouw ernaast uit 1920/1922 was een verenigingsgebouw, bedoeld voor het gevangenispersoneel “ter ontspanning van geest en lichaam”. Daar weer naast zien we de ambtswoning van de gevangenisdirecteur, in de volksmond “Klein Soestdijk” genoemd.

Even later zijn we weer bij de auto en begeven we ons op weg naar huis. Als we de N919 richting Assen vervolgen, zien we links opnieuw van die karakteristieke woonhuizen staan, ook met opschrift. Dat is een flink eind buiten het eigenlijke dorp Veenhuizen. Hier gaat het om de PI Norgerhaven, een enorm gevangeniscomplex gebouwd rond 1900. Voor die tijd stond hier het Eerste Gesticht. Vlak voor het donker wordt zijn we weer thuis.