Etappe
10: Ruinen - Darp
(18 km).
Maandag 17 september 2018
Op deze zonnige dag hebben we afgesproken elkaar te ontmoeten vlakbij Darp. We laten 1 auto achter op een parkeerplaats aan de Hunebeddenweg vlakbij Theehuis ’t Hunebed. Met de andere rijden we naar het beginpunt op de Brink in Ruinen. Het is kortebroekenweer en we verheugen ons op een mooie wandeling bij zo’n 24 graden en een zwoel windje. Dit keer loopt zwager Henk ook mee, dus we zijn weer met zijn vieren.
We lopen het dorp uit richting de Groote Esch. Dit gebied ligt wat hoger dan de voormalige veengebieden waar we straks in komen. Hoog is een groot woord, het heeft eerder een lichte bolronde vorm met als hoogste punt 11.2 meter boven NAP. Door eeuwenlang op te hogen met schapenmest en heideplaggen is dit vruchtbare landschap ontstaan. In de oude dorpskernen gebeurde dit ophogen niet zodat deze wat lager liggen dan de omringende essen.
![]() |
![]() |
Na de open vlakte komen we in het bos van de Anserdennen. We zien dat de heide de hete zomer nog wel heeft overleefd, maar van een uitbundige bloei is totaal geen sprake. Hier groeien volgens tellingen 350 soorten paddenstoelen! Langs de route komen we al enkele fraaie exemplaren tegen. Eigenlijk is het nog een beetje te vroeg voor de paddenstoelen. Het goed begaanbare zandpad kronkelt door de bossen. Heel langzaam beginnen de bomen en struiken te verkleuren, maar de echte herfstkleuren moeten nog komen. Ook nog te vroeg dus. Naar Theehuis Anserdennen hoeven we niet te gaan want die is op maandag gesloten. We moeten dus nog even wachten op de koffie.
Als we het bos uitkomen, steken we het Anserveld over. Dit natuurgebied in wording sluit aan op het Dwingelderveld waar we de vorige etappe hebben gelopen. Dat veld ligt iets hoger zodat het overtollige water vandaaruit richting het Anserveld en verder via landbouwgronden naar Meppel loopt. Het is de bedoeling dat in het Anserveld in totaal 285.000 m3 water kan worden vasthouden. Iets verder zien we dat er flink wat bomen zijn gekapt en er grond wordt verzet.
![]() |
![]() |
Onverwacht zien we een Rustpunt vlak bij onze route. Perfecte timing en de locatie is ook prachtig. De Kleine Koffiestop, zo heet het Rustpunt, is gelegen vlak achter een boerderij aan het Anserpad. De koffie smaakt prima en we kunnen even relaxen op het groene terras. We lopen nu ongeveer 1.5 kilometer ten noorden van Ansen. Het verschil tussen de hoger gelegen Anserhooiland en het lagere en wat nattere Anserweiland is dermate klein dat we het van de beschrijving moeten hebben.
![]() |
![]() |
We komen hierna in de Rheebruggen, een Middeleeuws landbouwgebied. Deze omgeving is van origine een nat en moerassig veenlandschap, maar in dit specifieke gebied zorgde een lemen ondergrond voor de ontwikkeling van een droger en ook hoger gelegen agrarisch gebied. Tegenwoordig gaan er stemmen op om landbouw en veeteelt meer te integreren. Vroeger gebeurde dit overal. Akkerbouw en veeteelt zorgden samen voor een duurzame manier van boeren.
Binnen een paar honderd meter passeren we eerst de Oude Vaart en kort daarna de Drentse Hoofdvaart. Van oudsher liep er een klein riviertje vanaf het Drents Plateau naar Meppel. Voor de turfwinning werd in 1612 het gedeelte tussen Meppel en Leggeloo gekanaliseerd. Het water stond bekend als de Oude Vaart of Smildervaart In 1667 werd een tweede en breder kanaal gegraven dat in 1680 doorgetrokken werd naar Assen. Dat is nu de Drentse Hoofdvaart. Vroeger werd er van alles over vervoerd, zoals bouwmaterialen, aardappels en suikerbieten. Na 1970 wordt het kanaal eigenlijk alleen nog maar door de pleziervaart gebruikt.
![]() |
![]() |
We steken de Drentse Hoofdvaart over via een ophaalbrug en belanden in Uffelte. Uffelte is een wat hoger gelegen esdorp. Men zegt dat het erg toeristisch is, maar druk is het absoluut niet. Wel zien we overal fraaie Saksische boerderijen, de meeste liggen wat verscholen tussen de bomen (= lastig voor een foto).
Eind 1942 besloten de Duiters een vliegveld aan te leggen vlak boven Havelte, de Vliegerhorst Havelte. Alle grond werd geëgaliseerd, er werden diverse legeringsgebouwen neergezet en er werden 2 startbanen aangelegd. Via een rolbaan konden de vliegtuigen vanuit de half ingegraven hangars beide startbanen bereiken. Op Google Maps is nog goed te zien waar de zuidelijke startbaan heeft gelegen. De straat die er nu langs loopt heeft ook de toepasselijke naam “Startbaan”. Alleen de lange startbaan heeft een tijdje gefunctioneerd. Na de oorlog werden circa 1 miljoen bakstenen van de startbanen en de rolbaan hergebruikt voor de wederopbouw.
Het vliegveld zelf werd tot 2 maal toe platgebombardeerd. Het natuurgebied Holtingerveld op het militaire oefenterrein is dan ook vergeven van de bomkraters. Geschat werden er 5.300 bommen (570 ton) op het vliegveld geworpen, 6 maal zoveel als in mei 1940 op Rotterdam. Het bouwmateriaal voor het vliegveld werd aangevoerd via een smalspoorbaantje. Wonder boven wonder ligt dit smalspoor er nog. Weliswaar roestig en hier en daar met nieuwe bouten en moeren vastgezet, maar toch...
![]() |
![]() |
Iets verder zien we een grafheuvel, eentje van een reeks van 12. Deze grafheuvels dateren uit de ijzertijd. Hier werd de as van de overledene bijgezet, zogeheten brandheuvels. Als we doorlopen komen we op een pad met de toepasselijke naam Rolbaan. Uitleg is nu overbodig. Als we de Hunebeddenweg bereiken komen we uit bij het Hunehuis. Gebouwd rond 1930 als kamphuis van de Arbeiders Jeugd. Thans een toplocatie om te logeren in dit Natuurvriendenhuis van het Nivon. Honderd meter verder op de heide aan de linkerkant was een groot Arbeitslager gebouwd, waar circa 1000 meest Joodse dwangarbeiders moesten werken aan het vliegveld. Wie niet meer kon werken werd afgevoerd naar Westerbork...
![]() |
![]() |
Iets van de route, maar wel richting de parkeerplaats waar de auto staat komen we 2 hunebedden tegen. Het eerste is hunebed D54. Het is gelegen onder aan de Havelterberg (18.8 meter boven NAP). Vlak achter het hunebed staat een tijdelijke expositie met een soort van totempalen. Hunebed D53 is met 18 meter het 1 na grootste van Nederland. In 1942 moesten beide hunebedden het veld ruimen voor de Duitse bezetter. Geallieerde bommenwerpers zouden de hunebedden kunnen gebruiken als richtpunt voor een bombardement. Het kleine hunebed werd onzichtbaar gemaakt door het met zand te overdekken. Het grote hunebed zou worden opgeblazen en afgevoerd. De Nederlandse professor van Giffen wist te bedingen dat de stenen in een diep gat werden begraven. Hij had van tevoren alles in kaart gebracht en de stenen genummerd. Eind 1949 werd het hunebed weer hersteld. Hier en daar zouden nog nummers zichtbaar moeten zijn.
![]() |
![]() |
Na een honderdtal meters zijn we op de
parkeerplaats bij de auto en rijden we terug naar Ruinen, waarna we weer op huis
af gaan.