Deltapad  

Etappe 8. Westenschouwen – Oostkapelle (27 km).  

Maandag 20 augustus 2018. Veel bewolking. 23 graden.

We zetten de auto neer bij het zwembad van Serooskerke en doen eerst wat boodschappen bij de EMTÉ supermarkt. Op het juiste tijdstip komt de bus (lijn 133) en we gaan voorin zitten. De chauffeur heeft wel zin in een babbeltje en vertelt hardop wat we allemaal zien onderweg. Het wordt dus een leerzaam ritje met een eigen reisleider. We hebben ons al lange tijd afgevraagd wat de vele paaltjes voorstellen die we ook bij de Haringvliet Sluizen in het water hebben zien staan. De chauffeur weet dat dit mosselbanken zijn. Aha.

Als we uit de bus komen beseffen we ineens dat we ons boekje zijn vergeten. Gelukkig zijn het vandaag veel lange stukken waar we niet echt verkeerd kunnen lopen. We moeten maar vertrouwen hebben in de markeringen. We zoeken het beginpunt op en al snel zien we de Oosterscheldekering voor ons. Dit machtige verdedigingswerk staat wereldwijd bekend als een groot staaltje van vernuft. De pijlerdam bestaat uit 3 gedeelten met het voormalige werkeiland Neeltje Jans en de Roggenplaat ertussen.

We passeren in totaal 65 betonnen pijlers, met daartussen 64 beweegbare schuiven. Deze staan, zoals nu, de meeste tijd open om eb en vloed hun werk te laten doen. Yerseke dat toch wel een heel eind landinwaarts ligt heeft daardoor nog steeds een getijdeverschil van 3.2 meter! Na ongeveer 3 kilometer bereiken we het eiland Neeltje Jans. Voor het museum hebben we te weinig tijd (en zin), maar bij het aanpalende visrestaurant “Proef Zeeland” nemen we een heerlijke bak koffie.

Eenmaal weer op pad raken we wat in de war door een slechte markering, maar echt verkeerd lopen kan hier haast niet. Via een tunneltje gaan we onder de N57 door en bereiken het strand. Ook daar hadden we koffie kunnen nemen in een strandpaviljoen maar we wisten niet dat het er was. Het derde gedeelte van de kering gaat over de Roompot, een enorme geul waar het water in volle kracht doorheen stroomt. Vanuit de bus zagen we het water met veel draaikolken landinwaarts lopen, nu kolkt het weer terug richting de zee. Als we naar beneden kijken kunnen we ons ook een beetje de grote kracht van het water voorstellen. Misschien lijken de dijkdoorbraken er ook wel een beetje op. Je moet er in ieder geval niet op een luchtbedje door heen gaan.

Van de plaats Vrouwenpolder zien we niets, we gaan er over de duinen met een boog omheen. Niet dat er iets te zien valt maar de naam Vrouwenpolder vraagt om uitleg. In de 14e eeuw werd hier een kapel gebouwd ter ere van Maria , de Onze Lieve Vrouwe kapel. Daar is het dorp naar genoemd. Bij het natuurgebied de Zandput slaan we af naar het strand, waar we langs de duinen blijven lopen. Weer geen markeringen of stikkers, dus op een gegeven moment slaan we maar af. Dit keer dus te vroeg. Via Google Maps vinden we de route terug en lopen we na enige tijd door donkere bossen in de richting van Oostkapelle.

Van origine zijn deze bossen al in de 17e eeuw aangeplant en vormden voor Domburg en Vrouwenpolder een beschermende mantel tegen de Noordelijke winden. Daarom heet het gebied ook de Manteling. Bijzonder is ook dat het vaak grote eikenbossen betreft die eigenlijk niet van zoute grond houden. Toch staan ze er, vrij uniek in Noord-West Europa. In de latere eeuwen werden de bossen nog eens flink landinwaarts uitgebreid bij de bouw van diverse buitenhuizen met hun landerijen. Veel van dit bos is in de loop der tijd weer verdwenen, maar een flink stuk staat er nog. Daar lopen we nu dus doorheen.

Als we ter hoogte van Oostkapelle zijn slaan we af naar het centrum. Dit hoort niet bij de route en het is dan ook meteen duidelijk waarom niet. Alles hier staat in het teken van het toerisme, campings, huisjes, het kan niet op. Maar goed, we doen er zelf ook aan mee. Van Oostkapelle zijn we in enkele minuten met buslijn 853 weer terug op onze camping.