Deltapad  

Etappe 6. Renesse - Westenschouwen (19 km).

Vrijdag 17 augustus 2018. Vrijwel onbewolkt, enkele stapelwolken. 22 graden.

‘s Nachts heeft het behoorlijk geregend. Hoelang weten we zelf niet, want we hebben geslapen als roosjes. Volgens de campingbuurman ging het door tot 4 uur ’s nachts. We staan op met een strak blauwe hemel en dat zal de hele dag zo blijven op enkele Hollandse stapelwolkjes na. Om 9.02 uur komt bus 104 precies op tijd aan bij de halte Witte Paardjes om ons op te halen. Even later staan we op het Transferium van Renesse. Het is nog stil in het dorp ondanks het mooie weer en we vinden snel onze weg richting het strand.

Renesse is opvallend groen, niet alleen heeft de droogte hier nauwelijks toegeslagen, maar er is gewoon ook veel groen. Een van de eerste dingen die we tegenkomen is een oorlogsmonument voor slachtoffers in WOII, maar ook voor de gevallenen in Indonesië. We lopen door de beboste buitenwijken naar een duinpad, dat ons slingert naar een breed strand brengt. Nu zijn we met ons eigen Schiermonnikoog wel wat gewend wat strand betreft, maar hier is het ook behoorlijk breed. En andere overeenkomst is de enorme ruimte en het feit dat er bijna niemand is. We stappen het eerste het beste strandpaviljoen binnen en genieten op zachte kussens van koffie en cappuccino met uitzicht op het strand en de zee.

Ook hier weinig mensen. Kinderen zwemmen in het door de tropische zomer opgewarmde Noordzeewater. Sommigen mensen lopen met een hond te slenteren. In de verte zien we zeilboten op zee en nog verder zien we Londen liggen met zijn hoge gebouwen. Of zou het toch een containerschip zijn? Als we wat hoger op een duin staan zien we 3 van die enorme bakbeesten richting Rotterdam varen. Met het geluid van lange omvallende golven en een strand vol knisperende schelpen ervaar je hier een volkomen rust. Misschien is dat ook de reden dat we daarom veel te ver doorlopen.

Schatten waar we weer landinwaarts moeten gaan is erg lastig. In het boekje staat bij strandpaal 7-099, maar ja, die zien we natuurlijk in geen velden of wegen. Als we Google Earth erbij pakken blijkt dat we minstens 1 kilometer te ver zijn doorgelopen. We besluiten om via Nieuw Haamstede de route weer terug te vinden. Al met al lopen we ongeveer 2 kilometer om.

We komen nu hele hordes Duitse toeristen tegen, veelal met kleine kinderen. Ze hebben van alles bij zich en zijn natuurlijk het belangrijkste niet vergeten, hun scheppen. Overal waar we komen is het ongeveer 50/50 in de verhouding tussen Nederlanders en Duitsers. Mooi dat dit zo gebroederlijk kan tegenwoordig. In Haamstede nemen we een lunch op een terrasje aan de Dorpstraat. Het wemelt er van de wespen, maar als je die negeert is er niks aan de hand. Ze moeten alleen niet op onze heerlijke uitsmijter gaan zitten.

Een paar honderd meter verder stoppen even bij Slot Haamstede. De burcht kunnen we zien, maar verder komen we niet. Het park is afgesloten, ondanks een hartelijk welkom. Als we verder lopen zien we nog een paadje achter de huizen, maar helaas er staan te vele bomen om een mooie foto van het kasteel te maken. Als we vlak voor Burgh het dorp Haamstede weer uitlopen, komen we in een open duinlandschap. Met het slot Haamstede op de achtergrond bestijgen we een lange trap naar een hoge duintop. In plaats van een mooi uitzicht komen we bij een enorme bunker uit. Het blijkt een commandobunker te zijn met muren van 3 meter dik. Slot Haamstede was destijds het zenuwcentrum van de Duitse verdedigingslinie op Schouwen. In dit gebied wemelt het nog van de bunkers.

Achter de bunker bevindt zich een uitzichtpunt, waar we alsnog het verwachte mooie uitzicht krijgen. Aanvankelijk delen we ons pad met een paar medewandelaars, maar op een gegeven moment hebben we het gevoel dat we alleen op de wereld zijn. Zover je kunt kijken duinen en bosschages. En dat bij een staalblauwe lucht met echte Hollandse stapelwolken. We zijn echte bofbipsen.

Het tweede deel gaat meer door het bossen van de Zeepeduinen. Dit hele gebied, inclusief het Slot Haamstede is sinds 1981 eigendom van Natuurmonumenten. Soms wanen we ons ergens op de Veluwe, met een geur van dennen. De route maakt meer bochten dan op de kaart staan aangegeven en overal zien we kleine vennetjes die ook niet beschreven zijn. Op een gegeven moment zijn we compleet de draad kwijt en blijven ons alleen de paaltjes met markeringen over. Daar ontbreekt het niet aan, het pad is hier prima aangegeven. We zien een kudde schapen en een bordje vertelt ons dat deze schapen worden ingezet om o.a. de vogelkers te bestrijden. Schapen zijn er dol op! Verder lopen in dit gebied en de aanpalende boswachterij van Staatsbosbeheer een aantal Shetlandpony’s. Deze pony’s eten graag duinriet en jonge opslag, zodat het landschap open blijft.

Na de Derrieput en het Gat van ’t Schip, twee wat grotere vennetjes, komen we aan in het dorp Westenschouwen dat hoofdzakelijk uit vakantiehuisjes en campings bestaat. Op zoek naar een bushalte van lijn 133 ziet Ina in de verte een bus rijden. We zetten er de vaart in, het laatste stuk hollend als we een bus van de andere kant zien naderen. Die moeten we zien te halen. Een auto verleent ons ongevraagd voorrang en gelukkig staan er nog een paar andere mensen om in te stappen. In een wip zijn we weer terug in Renesse en enkele minuten later met lijn 104 ook weer op de camping.