Jacobspad  

Etappe 6. Zaterdag 19 september 2020. Rolde-Westerbork. Onbewolkt, 20 graden. 27 km.

Vandaag lopen met zijn drieën, zoon Hein loopt ook mee. Vanuit station Assen zijn we in 10 minuten weer met bus 21 in Rolde, Na even wat rondkijken lopen we Rolde uit en volgen de stikkers richting de A28. In het boekje gaan we nog door het gehucht Nijlande, maar blijkbaar is de route verlegd. We dwarsen de N33 middels een klein wit tunneltje en komen op het Westersche Veld. Het meertje dat we tegenkomen moet haast wel een pingoruïne zijn, zo mooi rond is het. Iets verder komen we op een lang pad dat uiteindelijk dwars door een heideveld heen gaat. Vanaf de grond is het niet te zien maar op de kaart is de radiaalverkaveling van dit gebied evident. Alle lijnen leiden naar de kerktoren van Rolde.

Vlak voor de buurtschap Amen slaat het pad af in een natuurgebied de Houtesch, dat in een bocht ligt van het Amersdiep dat het gebied begrenst. De Houtesch ligt vrij hoog met een hoogte van 5 meter ten opzichte van de omgeving. Het blijkt hier om een smeltwaterheuvel te gaan, een kame. Ten tijde van het smelten van de gletsjers bleven soms restanten zand en grind opgehoopt aan de oppervlakte liggen. Als de gletsjer uiteindelijk helemaal gesmolten was bleven deze kames over als een verhevenheid in het landschap.

Op een bankje genieten we van de langzaam warmer wordende zon. Voor ons springt een hert langs, waarschijnlijk opgejaagd door twee crossmotoren iets verderop. Verder is het een oase van rust en ruimte, zelfs de sluierwolken en een condensstreep staan stil. Alleen de wind zorgt voor wat beweging. Na een meegebracht kopje thee (Hein) en een biscuitje gaat de wandeltocht weer verder. 

Wanneer we de weg opdraaien naar Amen, verspert een gezelschap ons de weg. Ze zitten op stoeltjes en luisteren aandachtig naar hun grote meester, die binnenkort van iedereen een Rembrant zal maken. In het gehucht Amen is zowaar een restaurant “Café De Amer”, maar dat is nog niet open.

Na het doorkruisen van enige bouw- en weilanden komen we in de boswachterij Hooghalen. Als snel bereiken we het voormalig Kamp Westerbork. We komen er van achteren in en stuiten op de lange rij radiotelescopen van de sterrenwacht (Westerbork Synthese Radio Telescoop, WSRT). Door alle 14 telescopen samen te laten werken kan een enkele telescoop met een diameter van 2,8 kilometer nagebootst worden. De WSRT is gebouwd in 1970 en wordt beheerd door het instituut ASTRON, dat in 1999 de hele installatie heeft opgeknapt en verbeterd. De WSRT mag zich nu weer scharen bij de krachtigste radiotelescopen op aarde. De telescopen van Kamp Westerbork zijn gespecialiseerd in het waarnemen van gassen in onze melkweg, maar doen ook proceswaarnemingen in het vroege heelal.

We stoppen even bij de 13 meter hoge uitkijktoren Holmers-Halkenbroek. De toren staat in de oude hooilanden van de Holmers en ligt op de waterscheiding van Drenthe. Vanuit dit gebied stroomt het Amerdiep naar het noorden als een van de wateraanvoeren van de Drentsche Aa. Richting het zuiden stroomt het regenwater naar de Elperstroom, dat via de gekanaliseerde Westerborkerstroom en het Meppelderdiep in het Zwarte Water eindigt. We zijn niet de enige, er zijn vandaag vooral veel fietsers op pad. De picknicktafel is echter leeg en het is ook tijd voor de lunch.

We lopen langs het Elper Noorderveld, een groot bos van Staatsbosbeheer, en komen aan in het kleine esdorp Elp. Het inwoneraantal van Elp is van 1840 naar 2019 toegenomen van 243 inwoners naar 365. De kleinschaligheid siert het dorp. Het Jacobspad gaat verder langs vakantiepark Timmerholt op het landgoed met dezelfde naam. Na enkele kilometers eindigen we de etappe van vandaag bij de Stefanuskerk in Westerbork. Het is druk in het groene dorp, het wemelt van de vakantiegangers. De terrassen zijn goed gevuld ondanks de coronaperikelen, alsof er niets aan de hand is.

Voor de zekerheid zoeken we op de doorgaande N374 eerst een bushalte op, om ons te oriënteren op de vertrektijden. Er blijkt al binnen enkele minuten een bus van lijn 22 te komen en die laten we maar niet schieten. Het terrasje pikken we thuis wel. Na een half uur staan we op het station van Beilen om vanaf daar de treinreis naar Winsum aan te vangen.