Via Algarviana, 19 maart tot en met 8 april 2018.  

 

Vrijdag 30-03-2018 

Etappe 9; São Bartolomeu de Messines – Silves (12 m, 11.000 inwoners). Afstand: 27.6 km. Wolkenvelden, wat regen en ook zon. 20˚.

 

We hebben onze gastvrouw gisteren gevraagd of we al om 7 uur konden ontbijten. Dat was geen enkel probleem. De meeste wandelaars willen op tijd weg gezien de 28 km naar Silves. Dat het Goede Vrijdag is, dus een feestdag, maakt haar ook niet uit. Wel laat ze de deuren gesloten omdat ze alleen is en ze zich anders niet veilig voelt.

 

Tegen 8 uur verlaten we São Bartolomeu de Messines voor een lange wandeldag. Het weer lijkt goed maar wel veel frisser dan de afgelopen dagen.  Het aantal dorpen dat we tegenkomen neemt nu wel toe en ze worden ook steeds groter. Heel veel Portugezen op het platteland hebben wel 1 of meerdere honden. De meeste honden liggen aan de ketting of lopen achter een hek. Maar je weet maar nooit en daarom blijft de daizer dicht bij de hand.

 

We naderen het stuwmeer de Barragem do Fucho. Op de kaart hebben we al gezien dat we de waterlijn gaan volgen. Bruggetjes zijn er niet dus een zijarm afsteken is er niet bij. We volgen onze weg langs het water, dan weer vlak bij het grote meer, dan weer een heel eind landinwaarts. Om 100 meter te overbruggen lopen we soms wel een half uur om. De wandeling lijkt hierdoor eindeloos te zijn.

 

Op een gegeven moment echter buigt het pad af en stijgt de heuvels in. Hier staan ook enkele fraaie vila’s die uitkijken over het meer. Wauw, dat is fantastisch wonen! Mooie tuinen maar wel met een hoog hek er omheen, geen pottenkijkers gewenst. Vlakbij de stuwdam zien we parkeermogelijkheden met aan de stuwmeer kant diverse picknickplaatsen. Er staan meerdere banken en ook vuurplaatsen voor een barbecue. Vanaf hier kan je ook over de hele lengte van het meer heen kijken. Nu is er niemand behalve wij, maar in de zomer zal men dit schaduwrijke plekje wel weten te vinden. We nemen er onze meegebrachte lunch: broodjes met worst.

De stuwdam zelf ziet er ook robuust uit en we maken er wat foto’s van. Het riviertje dat we vanaf de stuwdam volgen is de bovenloop van de Arade. Na een tijdje met het riviertje opgelopen te hebben gaan we de laatste kilometers voor Silves weer de heuvels in. Dat voelen we wel, de benen zijn verzuurd en het stijgen gaat vooral mij, niet makkelijk meer af. Voor het gevoel schiet het ook allemaal niet erg op, we zijn moe. Het is goed om morgen een rustdag te hebben.

Vlak voor we Silves bereiken komen we in een groot Eucalyptusbos. Het lijkt soms wel of we ergens in Australië lopen. Alleen de koalabeertjes en de kangoeroes ontbreken nog. De wind is ook behoorlijk toegenomen en de bomen zwiepen heen en weer. Op een beschut plekje stoppen we even om in het zonnetje uit te rusten. Met Silves in zicht valt het oog ineens op enkele dwergpalmpjes, die langs het pad staan. Hoezo, alleen in Alte, hier staan ze ook!

In Silves aangekomen melden we ons bij pension Vila Sodré. We worden naar onze ruime kamer geleid. Er zijn meer gasten en dat kunnen we ook vernemen. Het gebouw is redelijk gehorig, maar de mensen praten ook wel hard. Zo te horen Portugezen. Eerst willen we wat gaan eten. We lopen de doorgaande weg af richting het centrum en komen na een paar honderd meter een groot restaurant tegen. Het ziet er goed uit en daarom zoeken we ook niet verder.

Het eten smaakt prima en gaandeweg valt de duisternis in. Als we toevallig naar buiten kijken zien we het van alle kanten verlichte Moorse kasteel boven de stad uittoornen. Mooi om het zo te zien. Later gaan we weer terug naar het pension en proberen het lawaai boven ons te negeren. Zo te horen heeft men veel plezier, maar ook dat houdt een keer op en vallen we in een diepe slaap.