De
Grande Randonnée 5
Inleiding
De
voorbereiding
Hoe bereidt je
jezelf het best voor? Vooral dus niet door opnieuw het wiel uit te gaan
vinden.
Het Internet
is een goede en onafhankelijke raadgever. Ervaringen van andere lopers (liefst
van de GR-5) geven veel aanwijzingen over de samenstelling van een uitrusting
die het best past bij de uitgangspunten die je jezelf hebt voorgenomen. Voor
ons was dat wandelen met een complete uitrusting, inclusief tent en
toebehoren. Het mocht ook allemaal niet te veel wegen. Gaandeweg groeide de
uitrusting (ook vanwege de prijs) en werd het tijd
voor een oefentocht. Eerst wat tochten in eigen land: Krijtlandpad,
Hanzestedenpad, Scholtenpad, stukken van het Wad-
en Wierdenpad. Deze tochten zijn uitermate
geschikt om te kijken of de chemie wel klopt, tenslotte
ben je gedurende lange tijd tot elkaar veroordeeld. Maar dat is niet
voldoende. Fysiek zal er ook wat om de hoek komen kijken en de uitrusting moet
nog worden getest. Het lopen van het Pieterpad met
complete uitrusting was de volgende stap (zie ook onze wandeling in 2006). Je
kunt daarbij alvast een beetje wennen aan het
onvoorspelbare, alhoewel dat in Nederland allemaal wel meevalt. Ook enkele
wandelingen vlak voor de start van de GR zijn aan te bevelen. Het heeft bij
ons geresulteerd in nul blaren!
Fysiek
De GR-5 is een
zware tocht, nauwelijks te vergelijken met het Pieterpad.
Zonder een goede conditie is het zelfs vragen om problemen. Kleine kwalen
kunnen in de Ardennen al grote problemen geven. Het eerste deel door België
en Luxemburg vreet energie. Deels door gewenning van het lichaam aan het vele
klim- en daalwerk, deels gewenning aan de rugzak zelf en deels door een
veranderd energiepatroon. Vooral dat laatste brak ons op een gegeven moment
op. Het punt is dat we in het begin met zoveel dingen tegelijk bezig moesten
zijn dat het eten vaak minder aandacht kreeg. Een goed ontbijt en een stevige
lunch zijn aan te bevelen, je zult er heus niet dik van worden!
De
uitrusting
We hebben
vanzelfsprekend alles zoveel mogelijk in lichtgewicht (zie ook onze
paklijst).
De Hilleberg Nanno
serie is gevoelig voor condens. Zodra het ’s avonds kouder wordt ontstaat
door de lichaamswarmte aan de binnenkant van de tent condens, of je de tent nu
wel of niet laat luchten het maakt niet uit. Dus elke ochtend eerst even de
uitgang ontdoen van condens met behulp van een absorberend doekje want anders
wordt alles kletsnat. Verder is het een uitstekende tent die prima nat
ingepakt kan worden. Eenmaal weer opgezet is hij binnen de kortste keren ook
weer droog. Na de oefentocht met het Pieterpad
waren we wel tevreden over de uitrusting. Helaas heeft het
toen we met de tent liepen geen enkele dag geregend anders zouden we
waarschijnlijk eerder tot de conclusie zijn gekomen dat de poncho’s te kort
waren en het water ons in de schoenen zou gaan lopen. We schaffen ons
de volgende keer dus een goede regenbroek aan die tot over de schoenen heen
reikt. Het is de vraag of een regenjas wel nodig is als je ook een poncho bij
je hebt. Voor de kou is een fleece-trui
praktischer. Wat wij zelf een gemis vinden is het ontbreken van iets om op te
zitten na een zware wandeldag. Nu valt er meestal wel iets te
“organiseren” maar een lichtgewicht opklapbaar stoeltje is zeker voor
50-plussers (zoals wij) geen overbodige luxe.
De
voorzieningen
Wij zijn op 1
mei gestart in Maastricht en waren op 1 juni gevorderd tot Liverdun
vlak bij Nancy. Veel horeca is zo vroeg in het
seizoen nog gesloten. Bovendien gaan met name
restaurants vaak pas na 17.00 uur open en daar schiet je overdag niet veel mee
op. Waar je ook niet van op aan kunt is of je überhaupt wel een winkeltje
tegenkomt. Vooral in kleine dorpen verdwijnen zowel café’s
als winkeltjes (alimentation) als sneeuw voor de
zon. Ze worden vaak nog als tijdverdrijf gerund
door een oudere dorpeling, maar je kunt nu al zien dat er nog veel gaat
verdwijnen. De concurrentie van de grote supermarkten haalt ook buiten
Nederland de rendabiliteit van de kleintjes onderuit. Het zal de tocht er in
de toekomst niet makkelijker op maken. Het is daarom als wandelaar verstandig
om altijd een goede reservemaaltijd mee te nemen. Met een extra stokbrood en
een homp kaas of worst (goed houdbaar bij warm weer) kom je elke dag wel weer
door. Water is overal wel te krijgen.
De zekerheid
dat een camping nog bestaat is er ook al niet. Ondanks dat onze boekjes
allemaal uit 2006 dateren, waren er 3 campings (al jaren) gesloten. Het gaat
om de camping in Monsdorf les Bain
(Luxemburg) en de Franse campings Pérotin (net
buiten de route bij Neufchef) en de camping van Viller-le-Lac.
Veel Gites zijn (nog)
dicht, soms zelfs tot verbazing van de omwonenden. Wil je zeker weten dat iets
open is en of er wel ruimte is (vooral in het hoogseizoen) dan is gewoon even
(mobiel) bellen wel zo handig. Bel dan wel op tijd, want op sommige trajecten
is er geen bereik met de mobiele telefoon. In de wandelgids staan veel
bruikbare telefoonnummers. Lotharingen heeft weinig
voorzieningen qua overnachtingen. Wild kamperen kan
dan een optie zijn, maar wordt door de bevolking zelf afgeraden vanwege de
aanwezigheid van nogal wat agressieve mannetjes zwijnen (beren), zeker in het
voorjaar als er kleintjes zijn. Kamperen bij een particulier is zeker een
optie, de gemiddelde Fransman zal niet weigeren. Na Lotharingen zijn er in de Elzas
(Vogezen) veel meer mogelijkheden om te overnachten, ook zijn er meer
winkeltjes. De keuze wordt steeds groter en er is altijd wel een oplossing te
bedenken ook al blijkt b.v. om 18.00 uur na een
lange dag lopen dat een camping niet meer bestaat, zoals ons overkwam in Viller-le-Lac.
Openbaar
vervoer
Veel
busnetwerken lopen van en naar één plaats, b.v.
naar Metz, Nancy of
Belfort. Op zondag rijdt er vrijwel geen streekvervoer, dat begint al in België.
Ook stadsdiensten rijden dan beperkt. Ook handig om te weten is dat veel
buschauffeurs niet mogen wisselen met grote bedragen. Dus voldoende contant
klein geld meenemen is altijd handig. Van strippenkaarten hebben ze gelukkig
nog nooit gehoord.