De Grande Randonnée 5

Inleiding

Wij houden van wandelen. Het plan om een lange afstandswandeling te gaan maken is jaren geleden ontstaan mede door de hype rond het pelgrimspad naar Santiago de Compostella. Tot enkele jaren terug was de voorbereiding dan ook geheel gericht op Noord-Spanje. Gaandeweg echter kwamen wij tot de conclusie dat dit niet ons pad ging worden. Veel te populair en vooral het laatste gedeelte struikelend over de massa. De verhalen over de GR-5 trokken ons veel meer aan. Een relatief rustig pad met veel natuurschoon en bovendien een verbinding tussen Waddenzee met de Middellandse Zee.  

De voorbereiding  

Hoe bereidt je jezelf het best voor? Vooral dus niet door opnieuw het wiel uit te gaan vinden.

Het Internet is een goede en onafhankelijke raadgever. Ervaringen van andere lopers (liefst van de GR-5) geven veel aanwijzingen over de samenstelling van een uitrusting die het best past bij de uitgangspunten die je jezelf hebt voorgenomen. Voor ons was dat wandelen met een complete uitrusting, inclusief tent en toebehoren. Het mocht ook allemaal niet te veel wegen. Gaandeweg groeide de uitrusting (ook vanwege de prijs) en werd het tijd voor een oefentocht. Eerst wat tochten in eigen land: Krijtlandpad, Hanzestedenpad, Scholtenpad, stukken van het Wad- en Wierdenpad. Deze tochten zijn uitermate geschikt om te kijken of de chemie wel klopt, tenslotte ben je gedurende lange tijd tot elkaar veroordeeld. Maar dat is niet voldoende. Fysiek zal er ook wat om de hoek komen kijken en de uitrusting moet nog worden getest. Het lopen van het Pieterpad met complete uitrusting was de volgende stap (zie ook onze wandeling in 2006). Je kunt daarbij alvast een beetje wennen aan het onvoorspelbare, alhoewel dat in Nederland allemaal wel meevalt. Ook enkele wandelingen vlak voor de start van de GR zijn aan te bevelen. Het heeft bij ons geresulteerd in nul blaren!  

Fysiek  

De GR-5 is een zware tocht, nauwelijks te vergelijken met het Pieterpad. Zonder een goede conditie is het zelfs vragen om problemen. Kleine kwalen kunnen in de Ardennen al grote problemen geven. Het eerste deel door België en Luxemburg vreet energie. Deels door gewenning van het lichaam aan het vele klim- en daalwerk, deels gewenning aan de rugzak zelf en deels door een veranderd energiepatroon. Vooral dat laatste brak ons op een gegeven moment op. Het punt is dat we in het begin met zoveel dingen tegelijk bezig moesten zijn dat het eten vaak minder aandacht kreeg. Een goed ontbijt en een stevige lunch zijn aan te bevelen, je zult er heus niet dik van worden!  

De uitrusting  

We hebben vanzelfsprekend alles zoveel mogelijk in lichtgewicht (zie ook onze paklijst). De Hilleberg Nanno serie is gevoelig voor condens. Zodra het ’s avonds kouder wordt ontstaat door de lichaamswarmte aan de binnenkant van de tent condens, of je de tent nu wel of niet laat luchten het maakt niet uit. Dus elke ochtend eerst even de uitgang ontdoen van condens met behulp van een absorberend doekje want anders wordt alles kletsnat. Verder is het een uitstekende tent die prima nat ingepakt kan worden. Eenmaal weer opgezet is hij binnen de kortste keren ook weer droog. Na de oefentocht met het Pieterpad waren we wel tevreden over de uitrusting. Helaas heeft het toen we met de tent liepen geen enkele dag geregend anders zouden we waarschijnlijk eerder tot de conclusie zijn gekomen dat de poncho’s te kort waren en het water ons in de schoenen zou gaan lopen. We schaffen ons de volgende keer dus een goede regenbroek aan die tot over de schoenen heen reikt. Het is de vraag of een regenjas wel nodig is als je ook een poncho bij je hebt. Voor de kou is een fleece-trui praktischer. Wat wij zelf een gemis vinden is het ontbreken van iets om op te zitten na een zware wandeldag. Nu valt er meestal wel iets te “organiseren” maar een lichtgewicht opklapbaar stoeltje is zeker voor 50-plussers (zoals wij) geen overbodige luxe.  

De voorzieningen  

Wij zijn op 1 mei gestart in Maastricht en waren op 1 juni gevorderd tot Liverdun vlak bij Nancy. Veel horeca is zo vroeg in het seizoen nog gesloten. Bovendien gaan met name restaurants vaak pas na 17.00 uur open en daar schiet je overdag niet veel mee op. Waar je ook niet van op aan kunt is of je überhaupt wel een winkeltje tegenkomt. Vooral in kleine dorpen verdwijnen zowel café’s als winkeltjes (alimentation) als sneeuw voor de zon. Ze worden vaak nog als tijdverdrijf gerund door een oudere dorpeling, maar je kunt nu al zien dat er nog veel gaat verdwijnen. De concurrentie van de grote supermarkten haalt ook buiten Nederland de rendabiliteit van de kleintjes onderuit. Het zal de tocht er in de toekomst niet makkelijker op maken. Het is daarom als wandelaar verstandig om altijd een goede reservemaaltijd mee te nemen. Met een extra stokbrood en een homp kaas of worst (goed houdbaar bij warm weer) kom je elke dag wel weer door. Water is overal wel te krijgen.  

De zekerheid dat een camping nog bestaat is er ook al niet. Ondanks dat onze boekjes allemaal uit 2006 dateren, waren er 3 campings (al jaren) gesloten. Het gaat om de camping in Monsdorf les Bain (Luxemburg) en de Franse campings Pérotin (net buiten de route bij Neufchef) en de camping van Viller-le-Lac. Veel Gites zijn (nog) dicht, soms zelfs tot verbazing van de omwonenden. Wil je zeker weten dat iets open is en of er wel ruimte is (vooral in het hoogseizoen) dan is gewoon even (mobiel) bellen wel zo handig. Bel dan wel op tijd, want op sommige trajecten is er geen bereik met de mobiele telefoon. In de wandelgids staan veel bruikbare telefoonnummers. Lotharingen heeft weinig voorzieningen qua overnachtingen. Wild kamperen kan dan een optie zijn, maar wordt door de bevolking zelf afgeraden vanwege de aanwezigheid van nogal wat agressieve mannetjes zwijnen (beren), zeker in het voorjaar als er kleintjes zijn. Kamperen bij een particulier is zeker een optie, de gemiddelde Fransman zal niet weigeren. Na Lotharingen zijn er in de Elzas (Vogezen) veel meer mogelijkheden om te overnachten, ook zijn er meer winkeltjes. De keuze wordt steeds groter en er is altijd wel een oplossing te bedenken ook al blijkt b.v. om 18.00 uur na een lange dag lopen dat een camping niet meer bestaat, zoals ons overkwam in Viller-le-Lac.  

Openbaar vervoer  

Veel busnetwerken lopen van en naar één plaats, b.v. naar Metz, Nancy of Belfort. Op zondag rijdt er vrijwel geen streekvervoer, dat begint al in België. Ook stadsdiensten rijden dan beperkt. Ook handig om te weten is dat veel buschauffeurs niet mogen wisselen met grote bedragen. Dus voldoende contant klein geld meenemen is altijd handig. Van strippenkaarten hebben ze gelukkig nog nooit gehoord.