Dag 8: 7 mei, Stavelot-Vielsalm (20 km).
Het heeft 's nachts geregend. Het is zwaarbewolkt als we opstaan en dat zijn we eigenlijk niet gewend. De tent wordt kletsnat ingepakt, daar moeten we even over nadenken want het is de eerste keer sinds we de tent hebben dat hij nat is van regen. We lopen het paadje weer terug naar Stavelot en proberen in het hoger gelegen dorp een bakker te vinden. Iedereen wil ons helpen, maar nadat we alle Boulangeries hebben gehad en er geen enkele open blijkt te zijn belanden we in de lokale SPAR. Ook daar is genoeg keuze uit diverse broodjes, dus we kunnen de tocht weer aanvaarden. Ondertussen is het gestaag gaan regenen en de poncho's gaan aan.Na Stavelot klimt het pad, daarna lopen we over een soort hoogvlakte naar het gehucht Logbiermé. Op een gegeven moment staan we op een 3-sprong waar elke verdere markering ontbreekt. Op de kaart zou dit overeen kunnen komen met 2 verschillende lokaties. Wat nu? We lopen alle 3 de paden een heel eind in maar vinden geen nieuwe markeringen. We zien een dorp in het dal en na lang aarzelen stellen we vast dat het Logbiermé moet zijn. We lopen een heel eind naar beneden en bij de eerste huizen vragen we een passerende boer de naam van het dorp. Hij zegt: Héqumont. Boekje er weer bij, toch verkeerd gelopen!
![]() |
Het regent nu pijpenstelen en het water loopt van de poncho's in de schoenen. Poncho's te kort. Shit. Een bushokje geeft even verlichting, maar we moeten toch weer verder. We komen uiteindelijk in de stortregen aan in Vielsalm en gaan op zoek naar de VVV. In het begin van het dorp is een camping, maar een Nederlander die we de weg vragen weet zeker dat deze camping gesloten is. Het VVV kantoor ligt precies aan de andere kant van het dorp en na een kilometer lopen we druipend van de regen het kantoortje binnen.
Het goede nieuws is dat Vielsalm een camping heeft. We worden echter een beetje moedeloos als we horen dat het de camping is die we aan de andere kant van het dorp zijn gepasseerd. Er is ook een Bed & Breakfast, maar die vinden we op dat moment te prijzig. Er wordt gebeld naar een van de vaste gasten die de honneurs waarneemt. We lopen weer door de regen terug naar de camping. De caravan van de waarnemer is leeg, de deur staat open en de honden blaffen. We schuilen een tijdje in een sanitairgebouwtje, maar als we het koud beginnen te krijgen besluiten we de tent op een vlak stuk gras neer te zetten. De camping zit vol met louche figuren die er blijkbaar permanent wonen. Maar degene die we aanspreken zijn toch wel vriendelijk en behulpzaam.
Nadat de tent is neergezet en we hem toch enigszins droog hebben kunnen inrichten lopen we eerst weer terug naar het dorp Vielsalm, omdat we onderweg een Pizzeria gezien hebben. In de Pizzeria is het lekker warm en we blijven er de hele avond zitten. De jassen en poncho's hangen naast ons te drogen. Het personeel zegt er niets van. Op een gegeven moment worden er druk naar ons gezwaaid. Wat moet die vrouw toch van mij? Ik ken hier toch niemand. Ze maakt een trippelbeweging met de vingers en opeens herken ik de twee als de Vliegende Hollanders die ons in Spa voorbij stoven. We raken geanimeerd aan de praat en wisselen de ervaringen van vandaag uit. Ze hebben de etappe van Stavelot naar Vielsalm in 3½ uur gelopen. Dat verbaast ons niets. In de regen lopen we weer naar de camping en kruipen snel onder de wol.