Dag 4: 3 mei, Wegimont-Banneux (18 km).

Vandaag staat de eerste echte Ardennen etappe met volle bepakking op het programma. Op de kaart uitgerekend is het 15.7 km, dus het zou in principe een korte wandeling moeten gaan worden. Het is alweer een zonnige dag met een strak blauwe lucht. Na een bolletjes-ontbijt vertrekken we om 9.15 uur vanuit het Domein van Wegimont. Dit keer hoeven we niet te wachten op een bus maar kunnen we direct aan de wandel. 

We krijgen gelijk een fraai uitzicht over hetgeen ons nog te wachten staat. Het pad zelf is goed te lopen, maar ook gelijk al met veel klimmen en dalen. Vlak voor Nessonvaux gaat het 80 meter stijl omhoog en daarna weer omlaag. Later zullen we hier waarschijnlijk om moeten lachen, maar nu met een rugzak die nog erg zwaar en onwennig aanvoelt is het meteen al afzien geblazen. Een voorproefje? 

In Nessonvaux zelf is het restaurant zowaar open en drinken we eerst een kop koffie. Het is inmiddels bijna lunchtijd en we plakken er daarom ook maar een portie frites aan vast. Heerlijk in de buitenlucht maar wel onder een parasol want het is al behoorlijk warm geworden. Terwijl wij de heuvel op zeulen dartelen 3 jonge meiden ook met volle bepakking ons tegengesteld voorbij. We lopen even een stukje fier om zodra de dames uit beeld zijn weer verder te strompelen.

Ik (Wim) krijg steeds meer last van de binnenkant van mijn rechterknie. Het voelt aan als overbelasting, we moeten daarom vaak even stoppen. Zelfs als het wat vlakker wordt heb ik het gevoel dat alles teveel is. Op het tandvlees loop ik Banneux binnen, Ina heeft er duidelijk minder last van. Maar de redding is dichterbij dan we vermoeden. Banneux is een bedevaartsoord met een groot religieus centrum. We hebben er nog nooit van gehoord, maar anderen blijkbaar wel.

Het is er nu nog rustig, maar aan de massale voorzieningen te zien kan je er met gemak een paar duizend pelgrims in kwijt. Terwijl ik in de schaduw nog uithijg zoekt Ina informatie in het VVV-kantoortje dat bij de ingang van het complex is gehuisvest. De camping blijkt vlakbij te zijn. We lopen dwars door (dwarsen op zijn Belgisch) een wirwar van kapellen, kerken en spirituele gebouwen heen en zijn daarna de weg even kwijt. Zelfs met de kaart erbij komen we er niet uit.   

We vragen daarom aan een oudere dame die brandnetels staat te plukken de weg naar de camping.  De heks, want dat moet het wel geweest zijn, nodigt ons uit om bij haar te komen logeren. Ze heeft een bed-en-breakfast aan huis (Rue Sapienière 28) en probeert ons met een glimlach te verleiden. Maar daar trappen we niet in. We besluiten toch om eerst maar eens te gaan kijken op de camping en daarna zien we wel weer verder. De camping "Les Peuple-Liers" is open en in korte tijd staat de tent op de speelweide naast de kantine. We voelen de spieren nu wel en met name de schouders hebben overwerk verricht. De camping zelf stelt niet veel voor, zeker ook niet het sanitair (ronduit vies vindt Ina). 

Na het eten lopen we nog even terug naar het dorp Banneux om een terrasje te pikken. Het is even zoeken naar iets dat open is, maar even later zitten we toch op een fraai terras in de ondergaande zon. We kijken onze ogen uit naar hetgeen dat er voorbij komt. Waarschijnlijk mogen de paters om het celibaat te compenseren een biertje mee drinken. Het is net Nederland in de jaren vijftig. Overal zwarte jurken met bijpassende hoedjes. Langzaam voorbij schrijdende wat oudere geestelijken, maar ook een auto vol met jonge herdershonden. Waar zouden die naar toe rijden? We stappen weer op. Ik voel mij wat koortsig, zou ik iets onder de leden hebben? Na alle inspanning vallen we al snel in slaap.