Deltapad  

Etappe 11. Breskens - Sluis (28 km).

Zaterdag 25 augustus 2018. stapelwolken en zonnige perioden. 21 graden.

Gisteren zijn we neergestreken vlakbij het plaatsje Retranchement op camping de Couter. Vandaag lopen we al weer de laatste etappe. Op papier hebben we de keuze uit 2 buslijnen. De kustbus die vlak langs onze camping loopt bestaat helaas niet meer en is ingeruild voor een beltaxi. Kanttekening daarbij is dat je er een soort van kaarthouderschap voor nodig hebt, dus dat wordt hem niet. Gelukkig hebben we een alternatief in de vorm van buslijn 42, die om het uur heen en weer pendelt tussen Brugge en Breskens.

We gaan met de auto naar Sluis en zetten hem daar op een parkeerterrein. Dat kost ons voor een hele dag 3€. Vlakbij vinden we de opstap van bus 42 naar Breskens. We kunnen voorin zitten en hebben daardoor een mooi uitzicht over dit deel van Zeeuws-Vlaanderen. De eindbestemming van de bus is de haven van Breskens. Daar starten we de wandeling, die hier ook begint. Vandaag is het een heldere dag met wat stapelwolken. We kunnen nu goed zien waar we de afgelopen woensdag hebben gelopen. We kijken uit op Vlissingen met zijn haven en de flatgebouwen maar ook de duinen waar we toen nauwelijks uitzicht hadden. Nu pas zien we hoe breed de Westerschelde wel niet is. Er varen ook enorme schepen voorbij, waarschijnlijk gaan de meeste van en naar Antwerpen.

De tocht van vandaag begint weer op de duinen met rechts uitzicht over de Westerschelde en links de binnenlanden. We passeren eerst het voormalige fort Frederik Hendrik maar dat valt in het geheel niet meer te herkennen. Alles is volgepropt met caravans, campers en kampeerhuisjes. We lopen langs de zwart-witte vuurtoren van Breskens gebouwd in 1867. Bijzonder omdat vuurtorens meestal rood met wit zijn. De zeedijk slingert voor ons uit en de route valt niet te missen. Meestentijds is het een verhard pad, waar ook fietsers op mogen rijden. Soms ook een echt wandelpad maar dat gaat dan weer door hinderlijk mul duinzand.

Als we bij Nieuwesluis bedenken dat het tijd is voor koffie en dat we het eerst volgende strandpaviljoen willen bezoeken, gaat het pad opeens landinwaarts. We hebben een oud boekje waar dit niet in beschreven staat. Wel heeft zoon Hein er al aantekeningen in gemaakt dat de route is verlegd, dus als een verassing komt het niet helemaal. Goed, dus even geen koffie. Aanvankelijk zien we de meerwaarde totaal niet in van deze omlegging. We lopen langs de het Zwarte Gat en de Zwartegatse Kreek over een oude zeedijk. Beiden zijn in 1602 afgedamd en dit alles is nu overruled door de Deltawerken. Tussen de kreek en de Deltadijk is een natuurgebiedje ontstaan, waar in 2010 een fiets en wandelpad door heen is gelegd. Als we weer richting de duinen lopen houdt het pad voor ons op in een breed water. Lang duurt de verbazing niet, want we zien dat we op handkracht op een vlondertje moeten oversteken. Ondanks dat we met zijn tweeën zijn is het nog flink trekken voor we aan de overkant zijn.

Bij Nieuwvliet Bad daalt het pad de Verdronken Zwarte Polder in. In de Middeleeuwen was dit gebied afgedamd van de Westerschelde en had de naam Zwarte Polder. Na een overstroming in 1802 werd besloten om de zeedijk wat meer naar achteren te gaan leggen. Hierdoor is een zout natuurgebied ontstaan in de vorm van een slufter. Bij het meest natte gedeelte heeft men een houten vlonderpad gebouwd waardoor er haast op zeeniveau door heen gelopen kan worden. 2.5 kilometer verder komen we bij Cadzand-Bad. Hier wordt flink geïnvesteerd in nieuwe beeldbepalende hotels. Ondanks dat we best wel kritisch zijn op nieuwbouw, kan dit er wel mee door. Het staat nu nog grotendeels leeg maar over een paar jaar zal ook hier grote bedrijvigheid zijn. Toegegeven, het is hier absoluut een mooi plekje met uitzicht op al die passerende zeeschepen.

We steken de monding van het uitwateringskanaal over en lopen daarna op de overgang van de duinen en de Kievitte Polder richting Het Zwin. In een grijs verleden vormde Het Zwin een open zeeverbinding met Brugge. Net zoiets wat de Westerschelde betekent voor Antwerpen. Door verzandingen moest de haven steeds verder worden opgeschoven. In de 12e eeuw was Brugge een zeehaven, maar in de 15e eeuw was Het Zwin zo ver verzand dat Sluis de zeehaven van Brugge werd. Onvoorstelbaar, want nu ligt ook Sluis ver van de Noordzee af. Als we naar het zuiden kijken zien we de kustlijn van Vlaanderen. Eerst onderscheiden we de bebouwing van Knokke en verderop de kranen en gebouwen van Zeebrugge, de huidige voorhaven van de stad Brugge. Het Zwin zelf is nu een groot natuurgebied waar eb en vloed vrijspel hebben. Langs de oever staan om de kilometer wit geschilderde grenspalen. In werkelijkheid loopt de grens dwars door het Zwin, maar daar kan je geen paaltjes zetten. Dus wat heeft men bedacht? Zowel aan Nederlandse als aan de Vlaamse zijde staan dezelfde grenspalen en er tussenin loopt de virtuele grens.

We steken het Afwateringskanaal weer over en lopen richting Retranchement. Heel bijzonder, een Nederlands dorp met een Franse naam. Retranchement staat voor een verschansing. In opdracht van prins Maurits werd in 1602 een schans gebouwd met aan beide zijden een fort, Fort Oranje in het Noorden en Fort Nassau in het zuiden. Aanvankelijk woonden er alleen soldaten met hun gezinnen, maar later groeide er een heel dorp binnen de vesting. Tussen 1630 en 1643 werden de verdedigingswallen nog eens flink uitgebreid en dat is ook nu nog de huidige status. Het dorp Retranchement zelf biedt niet veel bezienswaardigheden, daarom loopt het Deltapad er waarschijnlijk omheen over de hoge verdedigingswallen. 

Wat nu volgt zijn enkele lange verharde wegen die ons naar het einddoel leiden, Sluis. De stad zien we niet, daarvoor staat er teveel groen op de verdedigingswallen. Eenmaal op de stadswal lijkt er maar geen einde aan te komen aan het lange pad over de kartels van het bastion. In 1384 kreeg de stad voor het eerst verdedigingswallen maar de huidige wallen werden in 1702 door de grote vestingbouwer Menno van Coehoorn ontworpen en gebouwd. In 1384 werd ook het Belfort gebouwd, een raadhuis met toren. We hadden ons in de voorbereiding een mooie oude stad voorgesteld, maar helaas ook hier weer die Tweede Wereldoorlog! Op 11 oktober 1944 werd de stad in zijn geheel verwoest door geallieerde bommenwerpers. De Duitsers bleven ongedeerd, zij hadden zich veilig opgesteld buiten de stadswallen. 61 burgers vonden de dood en wat resteerde was een rokende puinhoop. Er is dan ook veel kritiek op dit bombardement op een bevriende natie. Het Belfort is als enige ongeveer gerestaureerd zoals het was, maar de rest van de stad is een vrije interpretatie geworden naar het inzicht van stedenbouwer en ontwerper Jos Bedaux.

Ondanks dat Sluis geen traditie meer kent is het toch een plek waar veel toeristen komen winkelen. Getuige ook de enorme parkeerterreinen rondom het stadje. Het zijn opvallend veel Vlamingen die hier rondlopen. Voor historie moet je hier dus niet wezen, behalve dan de aarden verdedigingswerken. We bekijken de 4 oude stadspoorten, waarvan er 3 nog geheel intact zijn. Dat zijn de Oostpoort, de Zuidpoort en de Waterpoort. Van de Westpoort rest nog slechts een ruïne. De Zuidpoort is de oudste en is gebouwd tussen 1399 en 1406.

De route gaat nog een stukje door een levendige winkelstraat met volle terrasjes. We komen aan de kop van het kanaal Brugge-Sluis, dat voor een deel in opdracht van Napoleon tussen 1812 en 1814 is gegraven. Het was de bedoeling om dit kanaal door te graven tot aan de Westerschelde maar dat is er nooit van gekomen. Na het vertrek van Napoleon is het kanaal in 1858 nog wel verder doorgegraven tot Sluis. Het eindpunt van het Deltapad vinden we aan de Kaai vlak bij bushalte St. Annastraat, waar we vanochtend zijn opgestapt naar Breskens. De cirkel is rond en het Deltapad afgerond. Een mooie tocht maar als wandeling over de vele verharde wegen en de lange intervals van A naar B, komt hij zeker niet bovenaan op ons lijstje. Maar het thema Deltawerken en de enorme historie van dit hele gebied maken het zeker een heel interessante langeafstandswandeling.