Etappe 3: Wessinghuizen-Bourtange.  Maandag 6 mei 2013. 22,5 km. Zonnig; ± 25 graden.

Als we de tent openen is het gras wit van de dauw en misschien ook wel van de rijp, er was gewaarschuwd voor nachtvorst. Maar verder schijnt de zon in volle kracht, het beloofd een mooie dag te worden. Het is bij het opzetten van de tent altijd goed om te kijken waar de zon ’s morgens opkomt want de tent is nu in een half uur droog. Na de zelfgezette koffie en een paar krentenbollen zijn we na een paar honderd meter weer op het Noaberpad. Al snel gaan de broekspijpen in de rugzak. Even later ook de trui en de jas.

Het pad volgt het riviertje de Ruiten-Aa stroomopwaarts. Het landschap begint steeds meer te glooien en we zien nu meer en meer het beeld van een coulisselandschap, dat we hier eigenlijk nog niet verwachtten. Omdat we nog vroeg zijn zien we enkele fazanten en herten voor ons wegspringen. Jammer om ze in hun rust te moeten storen, maar het brengt ons wel dicht bij de natuur. We passeren het Mussel-Aa kanaal, destijds gegraven voor de afwateringsperikelen die waren ontstaan door de turfwinning. Wat in ca. 7000 jaar door de natuur is opgebouwd, heeft de mens in 200 jaar weer laten verdwijnen. In dit gebied is overigens vrijwel geen hoogveen meer te bekennen. 

In het kleine monumentale Smeerling nemen we koffie met cake in het theehuis van Natuurmonumenten. Smeerling is een dorp met ogenschijnlijk willekeurig neergezette boerderijen, de een nog fraaier gerestaureerd dan de ander. Informatiebordjes vertellen over de wijze waarop de diverse boerderijtypen zijn gebouwd. Van alles onder 1 dak, waar mens en dier nog samen leefden, tot diverse Saksische- en wat modernere Oldambtster boerderijen.

Na de versnapering gaat het richting Metbroekbos, 1 van de 2 nog overgebleven originele bossen van het Westerwold. Voor de vervening van dit gebied was West-Europa bedekt door uitgestrekte bossen. Westerwold was het meest westelijke gedeelte van dit enorme bos. Nu bijna niet meer voor te stellen. Je kunt je ook afvragen wie de naam aan dit gebied heeft gegeven, is dat meegenomen door de stammen die destijds in dit gebied leefden? De naam Westerwald kwam in de 9e eeuw ook al voor.

Na het verlaten van het geaccidenteerde terrein komen we op wat meer open terrein met een fraai uitzicht over de landerijen. Overal wordt gesleuteld aan het stroombed van de Ruiten-Aa. In de jaren 60 van de vorige eeuw werden de meeste beken rechtgetrokken voor een betere afwatering, nu worden er weer kronkels in gelegd om het tegengestelde te bereiken. Vooral het vertragen van de afwatering vergt veel overleg met de boeren die hun bedrijf nog wel droog willen houden.

Het wordt steeds warmer, de thermometer geeft nu 25 graden aan in de schaduw. Iets dat we na het koude voorjaar nog niet gehad hebben en waar we ook even moeite mee hebben. Vlak voor Bourtange nemen we daarom nog een half uur pauze. Tot ons geluk worden we bij het lopen van het laatste open gedeelte vergezeld door een grote wolk die de zon wat tempert.  

In Bourtange aangekomen lopen we eerst naar de camping. We zetten de tent neer op het trekkersveldje en nemen een verkwikkende douche. We hebben Bourtange eerder bezocht, het blijft een bijzonder project dat ons telkens weer verbaasd, gezien ook de enorme omvang ervan. Nu lopen we op onze crocks een rondje om de vesting, een onderdeel van het Noaberpad. Dat scheelt morgen weer een paar kilometer.  

De vesting zelf is volkomen uitgestorven en het verbaasd ons eigenlijk ook niet dat alle horeca dicht is. Dus snel een paar foto’s voor het plakboek en dan hup terug naar de camping, waarvan we weten dat de snackbar nog open is. In de nog warme avondzon gloeien we nog even na.