Etappe 17: Gendringen - Elten.  Zaterdag 19 oktober 2013. 28,3 km. Zonnige perioden; ± 18 graden.

We hebben uitstekend geslapen, de Duitse gasten hebben we niet gehoord. Het ontbijt wordt voor ons geserveerd in de woonkamer van de familie. Heel bijzonder om zo in het privéleven van ons gastgezin binnen te treden. Het ontbijt is uitstekend, met een warme haard en rustig muziekje op de achtergrond.

Het weer ziet er goed uit vandaag. We gaan in 1 keer naar ons eindpunt, Elten. We hebben besloten om het laatste stuk naar Kleve via Emmerich achterwege te laten. Het wordt enerzijds heel lastig om vanuit deze plaatsen weer terug te keren naar Nederland, zeker in het weekend en anderzijds lijkt dit laatste gedeelte niet veel meerwaarde aan bezienswaardigheden te hebben. In de planning staat nog een wandeling van de E8 richting Zwitserland. We kunnen dan in Elten starten en via Kleve naar het zuiden afzakken, maar dat is toekomst. Eerst maar in Elten zien te komen. 

We laten Gendringen links liggen en lopen naar de Oude IJssel, waar we nu de werkzaamheden aan de rivieroever wat beter kunnen bekijken. Het gebied is hier wat geaccidenteerd vanwege de aanwezigheid van oude rivierduinen. Het pad gaat aan de oostkant langs Ulft, waar we eerst door een fraai bungalowpark geloodst worden. Het ziet er super gaaf uit, zo zou iedereen wel willen wonen.

In 1754 werd in Ulft de tweede ijzergieterij van Nederland opgezet. De naam DRU werd er in 1774 aan verbonden door het opkopen van de gieterij door burgemeester Diepenbrock en apotheker Reigers. De gieterij is inmiddels verplaatst naar Duiven, de gebouwen worden nu voor allerlei culturele doeleinden gebruikt. Het is goed dat dergelijke architectonische hoogstandjes blijven bestaan, zo worden fabrieken nu niet meer gebouwd.

Na Ulft lopen we vrijwel direct Silvolde binnen. Het is gewoon opvallend dat de dorpen hier zo dicht tegen elkaar aan liggen. In feite vormen Silvolde, Terborg, Etten en Gaanderen 1 aaneengesloten bebouwing. In het dierenparkje van Silvolde zien we wat merkwaardige diertjes rondlopen. Zelfs na wat zoeken op het Internet kom ik er niet uit, ze lijken nog het meest op dwergkangoeroes.  

Bijzonder is de wandeling naar Terborg, langs en over een behoorlijk hoge oeverwal. Ina loopt onderlangs, ik door het kleurrijke bos over de Paasberg. Deze heuvel, zo’n 10.000 jaar geleden als stuifduin ontstaan, is onderdeel van een rivierduinencomplex en vrij uniek in Nederland. Op een uitloper staan een aantal fraaie villa’s, waarvan de tuinen opvallen door de gebruikmaking van de aanwezige hoogteverschillen. 

Iets buiten Etten krijgen we Warm. Niet door de zon, maar zo heet de buurtschap. Halverwege passeren we nog een kapelletje, de Mariakapel (1939). De kapel refereert naar een hagelkruis dat een paar honderd meter verderop in het land staat. We zien het in de verte staan, maar kunnen er niet bij komen. Dit 200 jaar oude kruis is opgericht na een mislukte boekweitoogst dankzij een hagelstorm. Tja, of het geholpen heeft ….

Na bijna 4 kilometer lopen komen we in Zeddam. We komen het dorp binnen langs de Havezathe de Padevoort. Het is nog een hele klim over vals plat naar de grafelijke Torenmolen met aan de overkant van de weg een oude rosmolen. De windmolen zou de oudste van Nederland zijn en is waarschijnlijk gebouwd voor 1440. We nemen op een bankje boven op de heuvel onze lunch, meegebracht uit Silvolde. 

Het is aanvankelijk erg druk in het Montferland bos. Hele gezinnen zijn aan het zoeken naar tamme kastanjes. Naarmate we dieper in het bos komen wordt het stiller om ons heen en op een gegeven moment zijn we weer alleen. De kastanjebomen zijn echter gebleven, overal liggen de kastanjes teveel om op te rapen. Het is hier echt genieten van de rust en de natuur, dit mag nog wel even zo doorgaan. Helaas komt ook aan dit pad een eind, maar dan wacht een verrassing.

De verrassing vormt ’s-Heerenberg. Ina kende het al van vroeger, voor mij is het de eerste keer dat ik hier kom. Huis Bergh is het grootste kasteel van Nederland, met een geschiedenis tot in het jaar 1250. Alles klopt hier, het kasteel, de bijgebouwen, grachten, ophaalbruggen, aarden wallen, kortom een eersteklas juweeltje. Hier moeten we nog eens naar terug om van binnen te bekijken. Met een wat laagstaande zon en getooid in fraaie herfstkleuren is het moeilijk om weer verder te lopen. Wat gaaf is dit.

Weer gaat het door bossen alsmaar hoger en hoger. Na het oversteken van de A3 zijn we weer in Duitsland en komen in de buurt van de Elterberg. Vlak voor Hoog-Elten is het pad afgesloten met een rood-wit lint. Er staat een bord bij met de tekst: Hornissen. Aan het eind van de weg zien we weer een lint. Blijkbaar bevindt zich iets tussen beide linten waar we last van kunnen krijgen. Ik vrees dat het horzels kunnen zijn. Omlopen lijkt geen optie, dus we negeren de waarschuwingen. Gelukkig gebeurt er niets, maar dat het nu lekker loopt …  

Hoog-Elten (77 meter boven NAP) is bijna uitgestorven. Het hotel met uitzicht over de Rijnvallei is dicht en ziet er vervallen uit. Het vermoeden rijst dat men hier niet meer op toeristen zit te wachten. Ook het uitzicht is niet wat we er van verwachten, teveel hoge begroeiing.

We dalen af richting Elten, waar we ons onderkomen net voor de regen weten te halen. We zullen maar niet al te veel uitwijden over deze Bed & Breakfast. Wegens teveel gasten in het officiële pension worden we in Gaststätte Vink geplaatst, waar een groot feest vlak onder onze kamer het verpozen aanzienlijk verstiert. Maar ach, we zijn moe en het houdt vanzelf een keer op.

Dat geldt ook voor onze wandeling. Na toch een goede nachtrust ontbijten we bij een bakker in Elten. In de vroege zondagmorgenstilte lopen we in anderhalf uur naar het station van Zevenaar om de thuisreis te aanvaarden. Samengevat was het een mooi pad om te lopen, soms wat eentonige stukken om van A naar B te komen, maar we zijn veel tegengekomen waar we geen weet van hadden. Weer hebben we ons Nederland een stukje beter leren kennen.