Etappe 13: Swillbroek – De Italiaanse Meren. Donderdag 8 augustus 2013. 33,5 km. Van zwaarbewolkt naar stapelwolken. ± 21 graden.

We hebben redelijk goed geslapen, maar het kon beter. We leren het nooit, we hebben een  lantaarnpaal over het hoofd gezien en daar staan we natuurlijk vlak onder. Als de wekker afloopt motregent het en alles is kleddernat. Maar geen geklaag, improviseren hoort er ook bij. Met een hoop gemopper en negatieve gedachten breken we de tent af, sjorren de rugzak om en aanvaarden de tocht. Na het passeren van de grens zijn we weer terug in Zwillbrock en lopen langs de door Franziskaner Minderbroeders (Minorieten) tussen 1717 en 1748 gebouwde kerk. Oorspronkelijk stond ook op deze plek een katholieke vluchtkerk (1652).  Hierna bereiken we vrij snel het Zwillbrockerveen.

Als eerste staan vandaag flamingo’s op het menu. Althans dat hopen we. Het Zwillbrockerveen heeft in de zomer een kolonie flamingo’s te gast. Met goede ogen of een sterke verrekijker kan je ze dan goed waarnemen. Dit maal spreekt het boekje wel de waarheid en zijn er een paar te zien. Op de valreep weliswaar, want de rest is al weg.  

Na een omtrekkende beweging verlaten we het aangrenzende heidegebied en lopen we naar de Duitse Hanzestad Vreden. We komen de stad binnen langs de Berkel. In een buitenwijk zien we de Duitse perfectie op zonne-energiegebied. Een met de zon meedraaiend park met zonnepanelen. Eenmaal aan de overkant van de Berkel komen we uit in het stadspark, waar veel gerestaureerde gebouwen bijeen zijn gebracht. Blijkbaar ook erg educatief, want het wemelt van de scholieren die zo te zien rondleidingen en excursies krijgen. 

Aangekomen in het centrum nemen we bij een bakker de lunch. Daarna bekijken we de Stiftskirche St. Felicitas zowel aan de buitenkant als van binnen. Het ziet er oud uit, maar helaas zijn ook hier veel bommen gevallen. De kerk is tussen 1947-1952 vanuit de puinhopen geheel opnieuw opgebouwd, alleen het fundament is origineel. Van het rijke interieur van destijds is helaas vrijwel niets overgebleven.

Verder gaat het weer en we komen uit bij de Berkelsee, een groot water aan de rand van Vreden. Bij dit vismeer ontwaren we ook een strand inclusief paviljoen, maar je mag er niet zwemmen. Sneu voor de kindertjes, maar het zal vast wel een reden hebben. Aan de rand van Vreden gaat het helemaal mis met het richtingsgevoel. Stikkers ontbreken en na enige tijd zijn we beiden gedesoriënteerd en inmiddels not-amused. Er stopt een Duitse automobilist om ons een handje te helpen. Na het bestuderen van ons boekje stuurt hij ons een richting op die ik zelf niet bedacht zou hebben. Bij gebrek aan een goed alternatief gaan we de gewezen kant maar op. Het klopt echter precies wat hij zegt en weldra zien we ook weer de vertrouwde rood/witte stikkers!

Na Vreden komen we in de bossen van de familie Salm-Salm, het Fürsten-bos. Er volgt een lang en gevarieerd stuk bos afgewisseld door landbouwgebied. We passeren diverse malen de grens, fotograferen weer enkele grenspalen en maken snel de nodige kilometers. Het is ondertussen aardig warm geworden en in een beschutte blokhut nemen we een pauze en maken we een praatje met een paar e-bikers. We zien weer diverse grenspalen, de meeste verweerd en de opschriften geven ook aan dat ze oud zijn. Ook weer gemaakt van Bentheimer zandsteen en daterend uit het midden van de 18e eeuw.

Inmiddels lopen we op de reservestand en volgen al zigzaggend het pad naar camping “De Italiaanse Meren”. Na het inchecken is de tent snel opgezet op een fraai en vooral rustig veld. Na meer dan 33 kilometer lopen met volle bepakking smaakt het biertje uitstekend. Ook het eten is daarna prima en na wat doorvragen hebben we via familie in Winterswijk zelfs raakvlakken met de bediening.