Jacobspad  

Etappe 10. 12-05-2021. de Wijk-Hasselt. Wolkenvelden, ook wat zon, 15 graden. 24 km.

We maken het ons zelf niet gemakkelijk vandaag. De maatregelen rond de corona zijn welliswaar iets versoepeld, maar deze laatste etappe is logistiek een uitdaging. Het is een hele toer om in De Wijk te komen met het openbaar vervoer. We zetten de auto neer op een parkeerplaats bij een voetbalveld, net iets buiten het centrum van Hasselt. Vervolgens nemen we de bus naar Zwolle, de trein naar Meppel en dan weer de bus naar De Wijk.

Als we De Wijk uitlopen staan we even stil bij een monument of kunstwerk, dat is niet helemaal duidelijk. Het lijkt een voorstelling van een vliegende vis. We lopen over het Dickningerpad het dorp uit. Weldra zijn we in een bebost landschap met uitzicht op een laagte, het dal van het riviertje de Reest. We spreken een man met een hond, die meer weet over dit gebied. Hij heeft het over een ontbrekende brug, maar er is ook passage mogelijk over een stuw? Gezien de schoonheid van dit gebied raadt hij ons toch aan om de officiële route te volgen.

We lopen flink door en laten ons leiden door het pad richting de Reest. Maar dan klopt de richting niet meer, zitten we verkeerd? Terug maar weer. We zien nu een kleine stuw, waar we op de heenweg vlak langs zijn gelopen. Eenmaal over de smalle stuw zijn we weer op de juiste route, maar daar komt het volgende obstakel. Een met linten afgesloten houten brug. Het ziet er allemaal heel gammel uit, maar omlopen is geen optie. Voorzichtig steken we over. De originele brug is compleet verrot met missende planken, maar de in de lengte neergelegde planken verdelen ons gewicht, zodat we heelhuids aan de overzijde komen.

We lopen nu langs het landgoed Dickninge en komen oog in oog met "Huize Dickninge". Een statig landhuis omgeven door een gracht en een Engelse landschapstuin. In de middeleeuwen stond hier tussen 1325 en 1598 een aan Maria gewijd benedictijner klooster ook met de naam Dickninge. Na de hervorming werd het klooster nog tot 1652 door achtergebleven nonnen bewoond. In het rampjaar 1672 werd de kloosterkerk van Dickninge door een plunderende vijand gesloopt. Daarbij ging ook de Dickninger molen in vlammen op.

We komen door de buurtschap Halfweg met centraal het eetcafé De Vergulde Ros. In 1984 is het café herbouwd na een brand, alleen de gelagkamer uit 1900 is nog origineel. Helaas is het restaurant vanwege de corona gesloten. We lopen verder door versnipperde bosschages en stukjes heide naar de 940 hectare grote Boswachterij Staphorst. Het staatsbos is tussen 1930 en 1940 door werklozen uit het westen van Nederland aangeplant. Vanwege de economische crisis werden ze verplicht om hier aan mee te werken. Het uiteindelijk doel van de bosaanleg was de productie van hout. Iets waar we nu profijt van hebben. De sparren en lariksen worden nu geleidelijk vervangen door een variatie van loofbomen. We staan even stil bij een groot ven om te genieten van de rust en de ruimte. Overal tjilpen vogeltjes, maar zien doen we ze niet. Bij de “Zwarte Dennen” aangekomen zijn we verbaasd over het fraaie recreatiemeer dat hier zomaar tussen de bossen ligt en dat met een gratis toegang. Hier kan dat nog.

Na de buurtschap Punthorst gaat de route door het akker- en weiland tot aan de spoorlijn Zwolle-Meppel. Continu zijn we op zoek naar een geschikt bankje om de lunch te nemen, maar helaas. Vlak na de overweg maken we ons eigen zitplekje tegen het gaas van de spoorlijn. Met de zitlappen die tot onze standaarduitrusting horen is dat geen probleem. Hier nemen we uitgebreid de lunch, inclusief een heerlijk soepje. We kunnen in zuidelijke richting de kerktoren van de grote Stephanuskerk in Hasselt al zien. Maar eerst moeten we nog ruim 10 kilometer door een prachtig polderlandschap zoals het boekje zegt. Vertaalt: oersaaie lange asfaltwegen zonder enige inhoudt.

Hasselt is ontstaan als een nederzetting op een hoge zandrug aan de monding van de Overijsselse Vecht in het Zwarte Water. In 1252 kreeg het stadsrechten van de bisschop van Utrecht. Hasselt is ook een Hanzestad verbonden met de Duitse Hanse. De stad groeide uit tot een welvarende vestingstad totdat het in 1672 door de bisschop van Munster (Bommen Berend) voor een groot deel werd geplunderd en verwoest. Tot de 19e eeuw raakte de stad in verval. Pas na de aanleg van de Dedemsvaart in 1809 kwam er weer leven in de brouwerij. Hasselt heeft 70 rijksmonumenten en heeft ook een beschermd stadsgezicht.

Bij binnenkomst van de stad zien we aan de overkant van de stadsgracht 2 fraaie kalkovens staan. Zoveel zijn er niet meer in Nederland, dus op elk exemplaar moeten we zuinig zijn. We lopen langs de Overijsselse Vecht over de Heerengracht met al zijn mooie oude panden. Aangezien Hasselt een Hanzestad was, verwachten we eigenlijk ook pakhuizen te zien of iets wat daarop lijkt. Mogelijk heeft de verwoesting in 1672 hier iets mee te maken. 

Het eindpunt van het Jacobspad vinden we op de Markt in het centrum van Hasselt. Hier staat ook de Grote- of Stephanuskerk. Deze dominante kerk werd voltooid in 1497 en staat bekend om zijn fraaie Knol-orgel. Om de pelgrimage af te sluiten willen we bij de TIP (Toeristisch Informatie Punt) onze laatste stempel halen, maar .... deze is dicht vanwege de corona. Helaas dus geen stempel.

Dan maar een terrasje aan het Zwarte Water, dat mag wel.